Anschluss
Van Wikipedia
De Duitse term Anschluss (tot 1998 gespeld als Anschluß) betekent letterlijk aansluiting, verbinding of insluiting, figuurlijk annexatie en wordt meestal specifiek gebruikt om de Duitse annexatie van Oostenrijk in een "Groot-Duitsland" (1938) aan te duiden. Dit in tegenstelling tot de Ausschluss, de uitsluiting van Oostenrijk uit Duitsland, meestal geïmpliceerd onder Pruisische dominantie van Duitsland. De Anschluss was het onderwerp van een debat dat voorafging aan de oorlog tussen Oostenrijk en Pruisen 1866. Het verlies van Oostenrijk maakte het Otto von Bismarck in 1871 mogelijk een door Pruisen gedomineerd Duits Rijk op te richten. Na de Eerste Wereldoorlog viel Oostenrijk-Hongarije uiteen. Op 12 november 1918 werd de Oostenrijkse republiek uitgeroepen. Het Verdrag van Versailles uit 1918/1919 verbood nadrukkelijk iedere aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland. Aanvankelijk hield Oostenrijk nog verkiezingen, alleen voor mannen.
Inhoud |
[bewerk] De Anschluss van Oostenrijk
Oostenrijk in de geschiedenis | ||
|
||
Marchia Orientalis (976-1156) Anschluss (1938) Tweede Oostenrijkse Republiek (1955-heden) |
In de eerste jaren van het Interbellum was de Groot-Duitse gedachte door het ontstaan van Oostenrijk nieuw leven ingeblazen. Referenda in Oostenrijkse provincies wezen uit dat ten minste driekwart van de bevolking een samengaan met Duitsland wenste, nu de niet-Duitse rijksdelen verloren waren gegaan. De Fransen dreigden met sancties als dit soort referenda in de toekomst werden gehouden, en Oostenrijk begon zijn bestaan als zelfstandig land. Oostenrijk kende al vanaf het begin van de jaren '20 een eigen nazipartij.
Aangemoedigd door Hitlers demagogische radio-uitzendingen begonnen de Oostenrijkse nazi's hun land te terroriseren, een situatie die verergerde na hun verkiezingswinst in april 1932. Als reactie op de opkomst van de Oostenrijkse nazi's voerde kanselier Engelbert Dollfuss een dictatoriaal regime, georiënteerd op het fascistische Italië. De moord op Dollfuss (25 juli 1934) en vele van zijn aanhangers (zie Juliputsch) maakte het de Oostenrijkse nazi's mogelijk het land politiek en cultureel te domineren. De staatsgreep mislukte evenwel en Dollfuss werd opgevolgd door Kurt von Schuschnigg. De verhouding met Italië, Oostenrijk, Engeland en Frankrijk was kapot terwijl Hitler er nog niet klaar voor was, en hij was dan ook woedend op de Oostenrijkse nazi's, die hij "amateurs" noemde. Schuschnigg was zich echter bewust van de penibele situatie en trachtte zich met zijn steeds geduchtere noorderbuur te verzoenen.
Door de toenadering tussen Mussolini en Hitler verloor Oostenrijk in 1936 de Italiaanse steun. Ook Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk boden geen oplossing. In maart 1938 werd de druk opgevoerd. Een bezoek van Schuschnigg aan Hitler liep uit op regelrechte intimidatie door de laatste. Onder Hitlers druk werd de Oostenrijkse nazi Arthur Seyss-Inquart als minister van Buitenlandse Zaken opgenomen in de regering. Na chantage door Hitler trad Schuschnigg op 11 maart 1938 af, waarna nazileider Seyss-Inquart op 12 maart 1938 tot kanselier van Oostenrijk benoemd werd. Zijn eerste daad was op 12 maart een, tevoren opgesteld, telegram te versturen waarin hij Duitsland vroeg om het Duitse leger te zenden "om vrede en veiligheid te brengen ... en om bloedvergieten te voorkomen". Er werd een volksstemming gehouden waarin de Oostenrijkers gevraagd werd of zij wilden terugkeren naar het Duitse Rijk. De uitslag was een duidelijk ja. Na de Tweede Wereldoorlog was (en is) de algemene mening dat de nazi's deze uitslag gemanipuleerd hadden. De uitslag was immers 99% "ja", een ongeloofwaardig hoog getal. Wel staat vast dat veel Oostenrijkers de Anschluss wel toejuichten, ten dele uit de gedachte er maar het beste van te maken.
Op 13 maart 1938 proclameerde Hitler de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland. Of hij direct volledige aansluiting wilde was aanvankelijk nog onzeker (men dacht ook aan een soort personele unie, waarbij Hitler zowel president als kanselier van Oostenrijk en Duitsland zou worden). Tijdens een intocht in Oostenrijk, waarbij Hitler als een held werd onthaald, besloot hij tot een volledige fusie, waarna Oostenrijk werd uitgeroepen tot provincie van Duitsland. Seyss-Inquart werd de rijksstadhouder van Ostmark, de nieuwe naam van Oostenrijk. De Anschluss was daarmee compleet.
Op een receptie te Berlijn informeerde de Tsjechische ambassadeur bezorgd of Duitsland geen territoriale eisen ten aanzien van Tsjechoslowakije koesterde. Hij werd gerustgesteld: "Dit is onze laatste eis".
[bewerk] De Anschluss van Sudetenland en Tsjechië
Na de annexatie van Oostenrijk bij Duitsland lag het in de lijn van de verwachtingen dat Hitler dit zou herhalen. Hitler wilde de gebieden die bij de Vrede van Versailles (1919) van Duitsland waren afgenomen terugwinnen. Zijn volgende doel was Tsjechoslowakije en bij de voorbereiding van de vernietiging van Tsjechoslowakije (zie Operatie Fall Grün) begon Hitler eisen te stellen ten aanzien van Sudetenland, in de grensstreek van Bohemen. Het Sudetengebied werd bewoond door ongeveer 2,8 miljoen Volksduitsers en bevatte een groot deel van de natuurlijke hulpbronnen van Tsjechoslowakije en het grootste deel van zijn industrie. Ook lagen daar de hoofdverdedigingslinies van het Tsjechoslowaakse leger. Bovendien maakten Bohemen en Moravië, Tsjechië dus, vroeger deel uit van het Heilige Roomse Rijk, waar Hitler mee dweepte als het Erste Reich.
Tsjechoslowakije was schijnbaar een van de gelukkiger creaties uit het statensysteem van het interbellum. De economie floreerde en liet die van de meeste Oost- en Zuid-Europese staten achter zich. Ter bescherming van de lange grenzen vertrouwde Tsjechoslowakije op een leger van 180.000 man, dat weliswaar kleiner maar kwalitatief beter was dan de Wehrmacht. Aangevuld met reservisten kon men bijna een miljoen man oproepen. Zwak punt vormden echter de minderheden: de Sudetenduitsers, Slowaken, Roethenen, Polen en Hongaren bleven mopperen. Hitler speelde hier op in, en was vast van plan Tsjechoslowakije te vernietigen. Polen en Hongarije hoopten ter zijner tijd een deel te annexeren. Sommige Slowaken streefden naar onafhankelijkheid, terwijl de Sudetenduitse nazipartij de enige Duitse politieke partij in Sudetenland was, en werd gesteund door de Sudetenduitse bevolking en door Berlijn.
Na de bedreigingen door Hitler werd er in Engelse, Franse, Italiaanse en Duitse diplomatieke kringen nauw overleg gepleegd om uit de impasse te komen en een totale oorlog af te wenden. Op 20 mei 1938 mobiliseerde Tsjechoslowakije zijn leger gedeeltelijk en op 30 mei initieerde Hitler een directief dat operatie Fall Grün officieel bevestigde. Op 23 september 1938 mobiliseerde Tsjechoslowakije zijn leger geheel, nadat de politieke pogingen dreigden te mislukken. Hiermee anticipeerde het op een Duitse aanval op 28 september 1938. De uitvoering van operatie Fall Grün werd afgeblazen nadat op 30 september 1938 het Verdrag van München werd gesloten tussen Engeland, Frankrijk, Italië en Duitsland. Dit verdrag verklaarde dat Sudetenland bij Duitsland werd ingelijfd, waardoor Tsjechoslowakije, tegen zijn wil, dit gebied tezamen met het grootste deel van zijn verdediging en vestingwerken op de grens verloor en nagenoeg weerloos achterbleef. Het land werd een soort federatie tussen Tsjechië, Slowakije en Roethenië (Transkarpatie). Ook Hongarije stelde territoriale eisen met betrekking tot het Tsjechoslowaakse gebied. Deze eis was tijdens het Verdrag van München blijven liggen, maar werd uiteindelijk op 2 november 1938 alsnog voor een belangrijk deel ingewilligd: Duitsland en Italië wezen de zuidelijke grensstrook van Slowakije toe aan Hongarije via de Eerste toekenning van Wenen. Daartoe behoorde ook 20% van Roethenië.
Hitler bleef alles doen om Tsjechoslowakije verder te ondermijnen. Hij moedigde de Slowaken en Roethenen aan zo min mogelijk rekening te houden met de centrale regering in Praag. Slowakije en Roethenië namen beide de kans waar om hun autonomie te bewerkstelligen. Gesteund door Hitler riepen de Slowaakse separatisten op 14 maart 1939 de "onafhankelijkheid" van Slowakije uit, doch dit was in wezen een vazalstaat van nazi-Duitsland. In de nacht van 14 op 15 maart werd de Tsjechische president middels intimidatie gedwongen de overgave te tekenen. Op 15 maart 1939 werd Praag door Duitse troepen bezet, waarna het resterende deel van Tsjechië met weinig weerstand door het Derde Rijk werd geannexeerd. De Tsjechische soldaten bleven in hun barakken en leverden hun wapens in. Hongarije nam de door hen begeerde delen in, inclusief Roethenië, op regie van Hitler. Op 16 maart 1939 stationeerden Duitse divisies zich in de vazalstaat Slowakije en het Tsjechische kerngebied werd uitgeroepen tot Rijksprotectoraat Bohemen en Moravië, dat eerst zou worden bestuurd door de Rijksprotector Konstantin von Neurath.
[bewerk] Zie ook
Bronnen en referenties: |
|
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Anschluss op Wikimedia Commons. |