Armpotigen
Van Wikipedia
| Armpotigen | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
 Fossiele brachiopoden |
|||||||
| Taxonomische indeling | |||||||
|
|||||||
| Stam | |||||||
| Brachiopoda |
Armpotigen of Brachiopoda (van het Latijnse bracchium (arm) + Nieuw Latijnse -poda (voet)) is een stam van het dierenrijk met nog geen 300 levende soorten. Zij behoort tot de oermondigen of protostomata (Protostomia) (vroeger ook wel Bilateria genoemd, tweezijdig symetrische dieren).
[bewerk] Kenmerken
De naam 'armpotige' is afgeleid van het voedingsapparaat, een ring met daarop holle tentakels: de lofofoor. Op de lofofoor zitten cilia, kleine zweephaartjes, waarmee een waterstroom naar middenin dit voedingsapparaat gelegen mond opgewekt wordt. Ook de stamvan de mosdiertjes (Bryozoa) en die van de hoefijzerwormen (Phoronida) hebben een lofofoor.
De armpotigen zijn vastzittende dieren met een tweekleppige schelp die erg lijken op de klasse der tweekleppigen (Bivalvia) behorende tot stam van de weekdieren (Mollusca). Weekdieren hebben echter een volledig afwijkende interne bouw.
Tweekleppigen en armpotigen zijn uitwendig te onderscheiden aan de hand van de kleppen: bij de armpotigen zijn de beide kleppen verschillend van vorm en grootte, ze zijn dus niet elkaars spiegelbeeld. Een klep is groter dan de andere, wat vooral te zien is op de plaats waar de kleppen aan elkaar vastzitten. De grootste klep heeft aan de achterzijde een gaatje waardoor een steel naar buiten steekt waarmee het dier zich aan de bodem vast kan hechten.
[bewerk] Verspreiding en voorkomen
De armpotigen waren vooral talrijk in het Paleozoïcum. Ze zijn van het grote uitsterven aan het einde van het Perm nooit meer hersteld, terwijl de tweekleppigen veel talrijker zijn geworden. Er zijn zo'n 30.000 fossiele soorten bekend. Tegenwoordig vinden we armpotigen vooral in diepere delen van de zee.
