Jozef Van Lerius
Van Wikipedia
Jozef Van Lerius (Boom, 23 december 1823 - Mechelen, 29 februari 1876) was één van de vele protagonisten van de Antwerpse romantiek. Op zeer jonge leeftijd (1838-1839) was hij reeds als tekenaar op de Brusselse Academie. Het daaropvolgende jaar bekwaamde hij zich verder in de schilderkunst te Antwerpen onder leiding van Gustaaf Wappers. Zijn werken hadden voor een jonge man een sterk opvoedende inhoud, zoals zijn schilderij "De Lezing", dat twee meisjes voorstelt, waarvan de ene leest en de andere luistert. Zijn schilderij "Adam en Eva" (1848) werd zeer gewaardeerd. In 1852 kocht Victoria van England het schilderij "Premier Né", dat een jong echtpaar voorstelt met een kindje. Het is nu nog altijd te bewonderen in Windsor Castle. Zijn bekendste werk is wellicht "Lady Godiva", te zien op het Antwerps Salon in 1870. De geëxposeerde versie werd gekocht door de Londonse kunsthandelaar Henry Graves. Andere schilderijen van Van Lerius vonden hun weg naar San Francisco en St.-Petersburg (een "Episode" uit het leven van Jeanne d'Arc).
In 1854 werd Van Lerius benoemd tot leraar in de basisvorming van het schilderen. In die periode was hij één van de leermeesters van Sir Lawrence Alma-Tadema en Piet Verhaert. In 1861 kreeg hij het ridderkruis in de Leopoldsorde en hij was drager van het ereteken van Ridder in de Orde van Sint-Michaël van Bayern (1869). In 1875 deden zich de eerste tekenen van hersenvliesontsteking voor. Van Lerius overleed op 53-jarige leeftijd te Mechelen, waar hij behandeld werd. Na zijn dood werd hij als leraar opgevolgd door Karel Verlat. Hij werd met nationale eer begraven op de begraafplaats "het Schoonselhof" van het Antwerpse Kiel.