Kiel (schip)
Van Wikipedia
De kiel is een voornaam onderdeel van het constructieve langsverband van een schip. Hij vormt als het ware de ruggengraat van de scheepsromp. De ribben (spanten) zijn overdwars op de kiel bevestigd.
Bij zeilschepen steekt de kiel vaak onder de scheepsbodem uit. De kiel zet dan dwarsscheepse krachten van de wind om in voorwaartse krachten, waardoor de boot niet zal verlijeren. Een ophaalbare kiel word een zwaard genoemd. Zeilschepen die geen uitstekende kiel of zwaard hebben, zoals veel schepen van de bruine vloot, hebben vaak twee zijzwaarden.
De kiel kan van onderen worden verzwaard, waardoor het gewichtszwaartepunt van het schip omlaag gaat. Hierdoor neemt de stabiliteit toe: het schip wordt minder snel schuin opzij gedrukt door de windkracht in de zeilen.
Een kiel kan veel verschillende vormen hebben en uit verschillend materiaal bestaan. Bij de meeste boten is het een dikke plank die onder het schip bevestigd is. Bij veel jachten is sprake van een vinkiel met onderaan een bulb, die van lood of gietijzer is. Bij veel grote en traditionele zeilschepen is slechts sprake van een kielbalk: een dikke houten balk die door zijn lengte functioneel is. De 2006-generatie jachten voor de Volvo Ocean Race bezit zwenkkielen. Dit zijn vinkielen die aan een scharnier in de scheepsbodem hangen. Ze kunnen opzij gekanteld worden om het effect van het ballastgewicht te versterken.
Bij de bouw van een houten schip wordt eerst de kiel gelegd. De kiel is dan ook te vergelijken met het fundament van een gebouw. Vandaar dat de uitdrukking een kiel leggen de betekenis heeft: ergens een begin mee maken.
Zie ook: kielhalen.