Neuskameleon
Van Wikipedia
| Neuskameleon | |||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||
| Calumma nasutum Duméril & Bibron, 1824 |
De neuskameleon (Calumma nasutum) is een boombewonende hagedis uit de familie kameleons (Chamaeleonidae).
[bewerk] Algemeen
Deze soort komt voor op het eiland Madagaskar in Afrika, en leeft in erg vochtige en warme tropische regenwouden waar de temperatuur boven de 25 graden ligt en de luchtvochtigheid meestal boven de 70%. De kameleon zit in zowel hoge struiken als bomen en het grootste deel van het bestaan zit de hagedis doodstil op een tak. In tegenstelling tot veel andere kameleons is deze soort vrij lenig, en kan zich uitrekken waardoor het lichaam niet meer op een kameleon lijkt.
[bewerk] Beschrijving
De neuskameleon is met ongeveer 8 centimeter een kleine soort, mannetjes blijven vaak rond de 6 centimeter. De kleur is groen tot bruin en deze soort kan goed en ook snel van kleur veranderen. Het mannetje heeft vaak gele, groene of blauwe vlekken op de flanken en kop, het vrouwtje heeft soms een blauwe neuspunt. Deze soort dankt de naam aan het hoorn-achtige uitsteeksel op de neus. Een echte hoorn is het eigenlijk niet, want het is geen vrijstaand uitsteeksel maar een verlengd deel van de huid. Het is ook erg flexibel en niet bot-achtig zoals bij de Jacksonkameleon (Chamaeleo jacksonii). Opmerkelijk is dat meestal alleen mannetjes een hoornachtig uitsteeksel hebben, zelfs als deze zacht is zoals bij de Angel's kameleon (Furcifer angeli). Bij de neuskameleons hebben zowel mannelijke als vrouwelijke exemplaren een extra 'neus'.
[bewerk] Levenswijze
De neuskameleon ziet er aandoenlijk uit en is veel socialer naar soortgenoten en minder schuw dan de meeste soorten kameleons, die bij het minste in de stress schieten en elkaar slecht verdragen. Hierdoor is de soort populair in terrarea, en is er relatief veel bekend over de voortplanting. De dieren paren alleen vroeg in de ochtend, en na een draagtijd van 7 weken legt het vrouwtje 2 tot 4 eitjes net onder de grond of onder de bladeren. Na ongeveer drie maanden komen de jongen uit, als de temperatuur van de eitjes tenminste op ongeveer 24 graden wordt gehouden.
