Pizzicato
Van Wikipedia
De Italiaanse muziekterm pizzicato betekent voor strijkers dat in plaats van met de strijkstok de snaren met de vingertop van een van de vingers van de rechterhand getokkeld worden. De strijkstok wordt daarbij meestal in de hand gehouden. Met name voor de contrabas wordt veel pizzicato gebruikt. Aan Monteverdi wordt de introductie van pizzicato voor de viool toegeschreven.
Een beroemd stuk waarin pizzicato tot het uiterste wordt toegepast is de Pizzicato Polka van Johann Strauss jr.. In dit stuk wordt in het geheel niet gestreken. Sommige dirigenten verlangen desondanks dat de spelers de overbodige strijkstok vasthouden.
In Zweedse en Hongaarse volksmuziek wordt een enkele keer pizzicato met de linkerhand gespeeld, het betreft dan meestal een open snaar. De virtuoos Niccolo Paganini was hier een meester in.
De contrabas bij pop- of jazzmuziek wordt vrijwel altijd pizzicato gespeeld. Door het vele plukken aan de snaren ontstaat in dat geval al snel een laag eelt op de vingertoppen. Bij pizzicatospel zonder het eerst opbouwen van eelt ontstaan snel blaren op de vingertoppen, vooral bij contrabassisten.
Het aanstrijken van de snaren wordt arco (= boog, strijkstok) genoemd. In muzieknotatie wordt arco geschreven wanneer het deel dat pizzicato (pizz.) gespeeld moest worden is afgelopen.