Sealyham terriër
Van Wikipedia
|
|
|
|
|
|
Namen | Sealyham terriër |
Oorsprong | Wales |
Classificatie | FCI: Groep 3 Sectie 2 #74 Zie ook de lijst van FCI-nummers |
|
|
Zie ook | Hond - Lijst van hondenrassen |
De Sealyham terriër is een hondenras. Het Sealyham Terriër ras kan zich niet op een eeuwenoude afkomst beroemen, maar is daarom niet minder dan zijn voorouders. Halverwege de negentiende eeuw was kapitein John Edwards, een bekende jager uit Sealyham (Wales), ontevreden over de verrichtingen van de plaatselijke Terriërs. Daarom besloot hij zelf een Terriër te fokken, die aan zijn hoge eisen voldeed.
Als uitgangsmateriaal gebruikte hij de beste exemplaren van de plaatselijke Terriërs. Deze kruiste hij met een heel aparte hond uit Wales, de Corgi, waarschijnlijk vanwege diens korte poten, die hij voor een werkhond erg belangrijk vond. Ook gebruikte hij een Terriër uit het noorden, de Dandie Dinmont, die hij erg bewonderde om zijn prestaties en zijn moed. Soms is de invloed van deze hond nog zichtbaar, doordat er af en toe grote, ronde ogen en een zachte kuif voorkomen, die ongewenst zijn.
Om de kracht en de vechtlust van zijn Terriërs te verbeteren, gebruikte Edwards ook de Bull Terriër - een kruising tussen de Bulldog en de Terriër - en verhoogde daardoor tevens de kans op doofheid, op een kortere vacht dan gewenst was en tevens op een opvliegend karakter. Edwards maakte geen aantekeningen van andere rassen die hij gebruikte, maar waarschijnlijk zijn dit de ruwharige Fox Terriërs geweest en een witte West Highland Terriër waarvan de witte vacht afkomstig is.
Na een aantal jaren had men een ras verkregen, dat de ideale hond van Edwards benaderde. Maar omdat het deze Terriërs niet aan moed mocht ontbreken, onderwierp hij ze nog aan een streng examen: de jonge honden werden tegenover stinkdieren geplaatst. Elke jonge hond die de proef niet doorstond, werd meteen afgekeurd.
Later werd dit nieuwe ras, de Sealyham Terriër, ook buiten Wales bekend. En omstreeks 1910 verscheen hij onder de naam Pembrokeshire Terriër ook op tentoonstellingen. In 1911 kregen de honden van dit ras de naam Sealyham Terriër, naar de naam van het landgoed van John Edwards.
Door hun aantrekkelijke en levendige uiterlijk en hun uitbundige manier van doen, trokken de Sealyham Terriërs al gauw de aandacht van hondenliefhebbers. In de periode tussen de Eerste en de Tweede wereldoorlog heeft de Sealyham Terriër zich ontwikkeld tot een aantrekkelijke hond, hoewel hij daardoor wel iets van zijn waarde als werkhond verloor. Tegenwoordig wordt deze hond, die door Edwards voor een bepaald doel werd gefokt, alleen nog als een eersteklas tentoonstellingshond gebruikt.
Door zijn ruwe witte vacht, zijn dikke kop met de glinsterende ogen, zijn uitbundige karakter en zijn brutale houding, is hij in staat snel de sympathie van de juryleden en de hondenliefhebbers te winnen. Het is ook een zeer aantrekkelijke gezelschapshond, die door zijn bijzondere 'gevoel voor humor' meestal de welverdiende straf voor zijn streken weet te ontlopen. Het is ook een uitstekende waak- en verdedigingshond, die door z'n lage, harde manier van blaffen indringers op een afstand weet te houden.
Gezien het geringe aantal van deze honden, is het onvermijdelijk, dat zich af en toe een geval van erfelijke ziekte voordoet, hoewel de fokkers hun uiterste best doen om dit te vrookomen. De Sealyham Terriërs kunnen, behalve aan doofheid, wat bij geheel witte honden vaker voorkomt, ook aan een oogziekte lijden. Aangezien men deze ziekte al heel vroeg weet te ontdekken, hoeft men hierom niet af te zien van de aanschaf van een jonge Sealyham Terriër.
Wel moet men er rekening mee houden, dat deze hond af en toe zijn jachtlust botviert door agressief te zijn. Daarom moet men hem altijd op een vastberaden en evenwichtige manier aanpakken. Ondanks dat is hij uitstekend geschikt voor degenen die een vrolijke en moedige hond wensen. Hij is niet te groot om zich in een stadswoning te kunnen aanpassen en hij heeft niet erg veel voeding en lichaamsbeweging nodig.
{{{afb_links}}} | FCI groep 3: Terriërs | {{{afb_groot}}} | |
---|---|---|---|
Airedale Terriër - Amerikaanse Staffordshireterriër - Australische silkyterriër - Australische terriër - Bedlingtonterriër - Borderterriër - Braziliaanse terriër - Bulterriër - Cairnterriër - Ceskyterriër - Dandie Dinmont terriër - Duitse jachtterriër - Engelse toyterriër - Foxterriër - Glen Of Imaal terriër - Ierse softcoated wheaten terriër - Ierse terriër - Jackrussellterriër - Japanse terriër - Kerry Blue terriër - Lakelandterriër - Manchester terriër - Norfolk terriër - Norwich terriër - Parson Russell terriër - Schotse terriër - Sealyham terriër - Skye terriër - Staffordshire bullterriër - Welsh terriër - West Highland white terriër - Yorkshire terriër |