Andreas Ketterley
Van Wikipedia
Andreas Ketterley of oom Andreas is een fictief personage uit Het neefje van de tovenaar van de Kronieken van Narnia door C.S. Lewis. In het Engels wordt hij Andrew Ketterley genoemd.
Andreas is de oom van Digory Kirke en heeft magische ringen gemaakt waarmee je naar andere werelden kan reizen. Aan de ringen komt hij, doordat hij een kistje met magisch materiaal van zijn peettante Lefay (zie ook Morgana) had gekregen, waarvan hij de ringen maakte. Aangezien Andreas zelf niet met de ringen durft te reizen, weet hij zijn neefje en diens vriendin Polly Plummer zover te krijgen dat zij de ringen uittesten.
Als de kinderen weer terug komen hebben ze een Heks bij zich, Jadis, die Andreas een slaaf van haar maakt. Als de kinderen zowel Andreas als de Heks meenemen naar de andere wereld, komen ze uiteindelijk in een geheel zwarte wereld. Hier maken ze allemaal mee hoe Aslan Narnia schiep.
Andreas had het niet op de dieren en kon ze niet verstaan, hoewel het Pratende Dieren waren. Dit is een bekend thema uit Lewis' werk: geleerden en filosofen hebben volgens hem vaak een armoedig wereldbeeld door hun reductionisme. Ze zien hem eerst aan voor een plant, die ze water geven, en later voor hun huisdier. Aslan breng hem uiteindelijk in slaap.
Andreas probeert even slecht te zijn als Jadis, later bekend als de Witte Heks. De tovenaar uit de titel is Andreas, al stelt hij weinig voor in vergelijking met Jadis. En dat verschil wordt zijn redding: door zijn onbenul is hij niet tot het uiterste kwaad in staat.
|
|
---|---|
Boeken: 1 Het neefje van de tovenaar | 2 Het betoverde land achter de kleerkast | 3 Het paard en de jongen | 4 Prins Caspian | 5 De reis van het drakenschip | 6 De zilveren stoel | 7 Het laatste gevecht |
|