Charles Arnaud Tournemire
Van Wikipedia
Charles Arnaud Tournemire (Bordeaux, 22 januari 1870 – Arcachon, 4 november 1939) was een Frans componist en organist.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
Zijn eerste muziekonderricht kreeg hij aan het conservatorium in zijn geboortestad. Op elfjarige leeftijd speelde hij al orgel in de St. Pierre-kerk. In 1886 trok hij naar Parijs om er piano en harmonie te studeren. In 1889 werd hij toegelaten tot de orgelklas van César Franck. Van hem kreeg hij slechts enkele maanden les, maar Franck heeft een grote invloed gehad op het werk van Tournemire. Onder Charles-Marie Widor won hij in 1891 een Eerste Prijs voor orgelspel.
Na organist te zijn geweest van de Saint-Médard en de Saint-Nicolas-du-Chardenet werd Tournemire in 1898 benoemd tot organist van de Sainte-Clotilde, als opvolger van Gabriel Pierné. In 1933 liet hij het Cavaillé-Coll-orgel restaureren en vergroten.
In 1903 trouwde hij met Alice Taylor. Het jaar daarop werd hem voor de compositie Le Sang de la Sirène de Grand Prix van de stad Parijs toegekend. In 1919 overleed zijn vrouw.
In 1919 (of 1921) werd hij docent kamermuziek aan het Parijse Conservatoire national supérieur de musique.
Tournemire was sterk aangetrokken tot de zee en had dan ook een huis op het eiland île d'Ouessant bij Arcachon waar hij onder mysterieuze omstandigheden de dood vond in 1939.
[bewerk] Composities
Tournemires grootste werk is L'Orgue Mystique (1927-1932), bestaande uit 51 delen met orgelmuziek voor de zon- en feestdagen van het kerkelijk jaar, onderverdeeld in een kerst-, paas- en pinkstercyclus. Alle composities zijn gebaseerd op de gregoriaanse gezangen voor de betreffende dag en bevatten een Prélude à l'Introït, Offertoire, Elévation, Communion en een Pièce terminale. Zijn opus 68 Postludes libres pour des Antiennes de Magnificat uit 1935 bevat 51 postludia. Verder schreef hij orgelsymfonieën, concerten en kleinere werken voor orgel.
Naast orgelwerken heeft hij ook pianomuziek, kamermuziek, liederen, een viertal theaterwerken en acht orkestsymfonieën gecomponeerd.
Het werk van Tournemire is sterk religieus getint. Zijn stijl zou men kunnen omschrijven als post-impressionistisch, waarbij de invloed van Franck, maar ook van Claude Debussy onmiskenbaar is. Hij was één van de eerste componisten die zich liet beïnvloeden vanuit andere culturen (vooral India). Zijn fenomenale improvisatietalent is bewaard gebleven in vijf improvisaties die via een opname genoteerd zijn door Maurice Duruflé, een van zijn leerlingen.
[bewerk] Enkele titels
- Opera’s: Nittetis (1905), Il Poverello di Assisi (Le petit pauvre d'Assise) (1937-1939)
- Muziek voor orkest: acht symfonieën (1900 –1924); de zesde symfonie (1915-1918) werd geschreven voor solist, koor, orgel en orkest
- Koormuziek: Le Sang de la sirène (1902), La Douloureuse passion du Christ (1937)
- Kamermuziek: sonate voor viool en piano (1892), sonate-poème voor viool en piano (1935)
- Pianomuziek: Sérénade (1896), Etudes de chaque jour (1936)
- Orgelmuziek: Andantino (1894), l'Orgue mystique (1927-1932), 2 Fresques symphoniques sacrées (1939)
- Liederen: Mélodies, poèmes d'Anatole Le Braz (1901-1902)
Zijn pianowerk Pour le petit "Dani" uit 1915 werd aldus opgedragen: Premier grand morceau à 4 mains (!!) du gentil petit pianiste "Dany", musique "savante" de M. Tounémi. Zijn Poème pour grand orgue et orchestre (1909-1910) en zijn symfonie Moscou (1912-1913) werden opgedragen aan de Nederlandse dirigent en pianist Evert Cornelis. Zijn achtste symfonie (1920-1924) kreeg de naam La Symphonie du Triomphe de la Mort en werd opgedragen aan zijn vrouw, "à jamais dans les hauteurs".
[bewerk] Publicaties
- César Franck (Paris, 1931)
- Précis d'exécution, de registration et d'improvisation à l'orgue (Paris, 1936)
- Petite méthode d'orgue (Paris, 1949)