Harpij (roofvogel)
Van Wikipedia
Harpij IUCN-status: Gevoelig |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Harpia harpyja Linnaeus, 1758 |
De harpij (Harpia harpyja) is een roofvogel behorend tot de familie Accipitridae. Het is de grootste soort van de groep der kuifarenden.
Inhoud |
[bewerk] Andere namen
- Engels: harpy eagle
- Spaans: harpía mayor, águila harpía, aguilucho, águila churuquera
[bewerk] Afmetingen
- Lengte: 89-102 cm
- Spanwijdte: 175 - 220 cm
- Gewicht: 4-9 kg
[bewerk] Uiterlijk
De harpij, vernoemd naar de even gevaarlijke wezens uit de Griekse mythologie, is een van de grootste arenden ter wereld. Het verenkleed van de harpij is donkergrijs, met uitzondering van de asgrijze kop en de witte buik. Over de borst loopt een zwarte band. Beide geslachten hebben een kuif van lange veren op de bovenkant van de kop, die opgezet kan worden. De harpij heeft korte, maar zeer sterke poten met lange, sterk gekromde nagels. De brede vleugels zijn voor een vogel van deze omvang kort en stellen de harpij, samen met de beweeglijke staart, in staat in de dichte bossen te jagen. Vrouwelijke harpijen zijn gemiddeld een derde groter dan de mannelijke exemplaren.
[bewerk] Leefomgeving
De harpij is een bewoner van de laaglandregenwouden tot 900 m hoogte.
[bewerk] Voedsel
Allerlei middelgrote dieren, zoals apen, luiaards, boomstekelvarkens, kleine beren, toekans, papegaaien, leguanen en slangen vormen het voedsel van de harpij. De sterke poten en klauwen zijn zeer geschikt om deze dieren uit de bomen te grijpen. Soms daalt de harpij ook verder af naar beneden en grijpt hij aguti’s en hoendervogels van de bosbodem.
[bewerk] Leefwijze
De harpij pakt zijn prooi meestal uit de boomkruinen, waarbij hij zich dwars door de kroonlaag stort en zich met grote behendigheid tussen de takken door manoeuvreert. Tijdens zijn duikvluchten kan deze arend snelheden van wel 50 km/h bereiken. Vaak zit de harpij op een uitstekende tak in het kronendak, uitkijkend naar een prooi. Wanneer de prooi gegrepen is, neemt de harpij zijn prooi mee door de lucht naar een brede tak of nest om hem op te eten. Grotere prooien zoals luiaarden of grote apen worden deels direct opgegeten.
[bewerk] Voortplanting
Harpijen zijn net als alle andere arenden monogaam en blijven tot de dood bij dezelfde partner. Nesten, die bestaan uit een platform van takken, worden gebouwd in hoge bomen, soms wel veertig tot zestig meter boven de grond. Harpijen brengen één of twee jongen groot per legsel. De broedtijd bedraagt 53-56 dagen. De jongen worden na het uitkomen tien maanden of zelfs meer gevoerd door de ouders.
[bewerk] Verwanten
In Latijns-Amerika leeft verder nog een verwant van de harpij: de wurgarend.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie Harpia harpyja van Wikimedia Commons. |