Lodewijk van Toulon
Van Wikipedia
Mr. Lodewijk van Toulon (Gouda, 17 augustus 1767 - Utrecht, 5 januari 1840) was o.a. burgemeester van Gouda, voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en Gouverneur van Utrecht.
Lodewijk van Toulon werd op 17 augustus 1767 te Gouda geboren als zoon van de Goudse burgemeester mr. Martinus van Toulon en Adriana Maria van Eijck. Na zijn opleiding aan de Latijnse School studeerde hij Romeins en hedendaags recht en promoveerde al op jeugdige leeftijd in 1786 te Utrecht.
Hij trouwde op 1 februari 1792 te 's-Gravenhage met Johanna van Nispen.
Na zijn studie vervulde hij tal van ambtelijke en bestuurlijke functies zowel in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de Bataafse Republiek, het Koninkrijk Holland, het Eerste Franse Keizerrijk en het Koninkrijk der Nederlanden.
Na de inlijving van Nederland door Frankrijk werd hij van 1811 tot 1813 lid van het Hof van Cassatie in Parijs. In 1814 werd hij door de Engelsen gevangen genomen in Zeeland, maar kon daarna zijn bestuurlijke carrière toch weer voortzetten. Van 1815 tot 1831 was hij burgemeester van Gouda en combineerde deze functie vanaf 1819 tot 1831 met het lidmaatschap van de Tweede Kamer, waarvan hij van 1830 tot 1831 voorzitter was. In 1831 werd hij gouverneur van de provincie Utrecht, welke functie hij tot zijn overlijden op 5 januari 1840 vervulde.
[bewerk] Trivia
Lodewijk van Toulon behoorde in 1832 tot de twintig eigenaren met het hoogste belastbare inkomen in Gouda (achttiende plaats); hij behoorde ook tot de twintig eigenaren met het hoogste belastbare inkomen voor huizenbezit (veertiende plaats - 2 huizen) en tot de twintig eigenaren met het hoogste belastbare inkomen voor gebouwd bezit (zestiende plaats).
Voorganger: Mr. Adriaan Jacob van der Does |
Burgemeester van Gouda 1815 - 1831 |
Opvolger: Adrianus van Bergen |
Voorganger: Mr. J. Corver Hooft |
Voorzitter van de Tweede Kamer 1830 - 1831 |
Opvolger: Jhr. mr. H.M.A.J. van Asch van Wijck |
Voorganger: F.J. ridder van Ertborn |
Gouverneur van Utrecht 1831 - 1840 |
Opvolger: F. van de Poll |
Bronnen en referenties: |
|