Muziekcassette
Van Wikipedia
Een muziekcassette, cassettebandje of compactcassette is een magneetband die wordt gebruikt als geluidsdrager, in een speciaal daarvoor gemaakte vaste doos (cassette). De compactcassette is een ontwikkeling geweest van Philips in 1963 in zijn vestiging in Hasselt, en was bijzonder populair naast de grammofoonplaat voordat de digitale geluidsdragers werden ontwikkeld. Een muziekcassette kan worden afgespeeld met een cassetterecorder, een cassettedeck of een walkman.
[bewerk] Eigenschappen
Dankzij de compactcassette konden goedkopere, makkelijker te bedienen en bovenal compactere audioapparaten worden gemaakt. Het inrijgen van de band in het afspeelapparaat -zoals bij zijn voorganger de spoelenband- verviel en zelfs halverwege de speeltijd kon de cassette uit het apparaat gehaald worden, iets dat bij banden op de spoel onherroepelijk tot schade aan de band leidt.
In de meeste gevallen werd de compactcassette ingezet als 4-sporen medium: links/rechts (stereo) A-kant en dito B-kant waarop (geluids-)signalen langs magnetische weg analoog konden worden opgenomen (opgeslagen). Bij de meeste spelers moest de cassette fysiek worden omgedraaid om de B-kant te beluisteren, maar in de loop der jaren werden zogenaamde autoreverse decks op de markt gebracht die zonder omdraaien weergave (en soms ook opname) van beide kanten mogelijk maakten. Nakamichi heeft een kwalitatief hoogstaand deck op de markt gebracht met een voorziening aan de buitenzijde van het apparaat, die de cassette fysiek omdraaide.
Afhankelijk van de toegepaste koppen (het deel van het opname-/weergaveapparaat dat fysiek contact met de band maakt om deze te beschrijven dan wel te lezen) en de opsplitsing ervan in verschillende elektromagnetische eenheden zijn ook andere spoorindelingen mogelijk zoals 2-spoor (mono A-kant, mono B-kant) of 4- dan wel 8-spoor in slechts één bandlooprichting (geen B-kant!) Deze configuraties werden gebruikt bij zgn. multitrack-recorders die in geluidsstudio's te vinden waren.
Naast de meest gangbare bandsnelheid van 4,75 cm/sec werden ook veelvouden daarvan (0,25 tot 2 keer) toegepast.
De compactcassette leende zich uitstekend voor batterijgevoede portable toepassingen en zelfs voor in de auto. De vervolgstap in de ontwikkeling leidde tot de walkman, een nog meer persoonsgebonden vorm van cassettespeler aangezien deze standaard via hoofdtelefoon beluisterd werd.
[bewerk] Soorten
Gedurende de jaren werden verschillende magnetische materialen ontwikkeld met steeds betere karakteristieken. Gebruik van deze materialen maakte de geluidskwaliteit van opnamen steeds beter. Er zijn vier typen opnamemateriaal gebruikt voor muziekcassettes:
Materiaal | Formule | Aanduiding | Type | Afspeelcompensatie | Voormagnetisatie | Omschrijving |
---|---|---|---|---|---|---|
IJzeroxide | Fe2O3 | Fe, Normal | I | 120μs | 100% | Dit is het allereerste type en bestaat feitelijk uit roest. |
Chroomdioxide | CrO2 | Chrome, High | II | 70μs | 150% | De Japanse fabrikant TDK gebruikte een chroomsubstituut band met o.a. kobalt, genaamd Super Avilyn. |
Ferrochroom | FeCr | III | 120μs | 110% | Dit is een dubbellaags band van Type I en Type II en is nooit echt populair geworden. Alleen oudere cassettedecks beschikken over een stand voor Type III. | |
Metaalpoeder | Fe | Metal | IV | 70μs | 200% | Deze band kan zijn magnetisme zeer goed vasthouden en is daarmee bij uitstek geschikt voor opnamen die lang bewaard moeten blijven. |
Het cassettedeck moet juist worden ingesteld op het type band dat men gebruikt (de laatste jaren kan dit automatisch door uitsparingen in de behuizing, waardoor het deck detecteert welke type band erin zit), zodat de juiste voormagnetisatie bij de opname (bias) en afspeelfilters (equalizer) ingesteld kunnen worden voor een zo correct mogelijke opname (qua dynamisch bereik, en minst mogelijke ruis en vervorming). Sommige cassettedecks beschikken over een fijnregeling voor de voormagnetisatie, de z.g. bias adjust, waarmee exact de voor een bepaald merk of type cassetteband benodigde voormagnetisatie kan worden ingesteld.
Er bestaan microcassettes (meestal voor antwoordapparaten en memorecorders) en mini-cassette's (meest gebruikt, en meestal kortweg cassette genoemd).
Ook kon door nieuwe materialen de band steeds dunner worden gemaakt, waardoor steeds langere banden in dezelfde cassette pasten. Naast 2x30 minuten (C60, 30 minuten voor de A zijde en 30 minuten voor de B zijde) werden ook 2x45 (C90, de meest gangbare), 2x50 (C100) en 2x60 (C120) minuten cassettes verkocht. Er is een korte tijd een C46 cassette verkocht met 2x23 minuten opnameduur, dit komt overeen met de gemiddelde speelduur per elpeekant en een C74 cassette, waar de maximale speelduur van een CD op past. Agfa bracht een tijdlang C90+6 cassettes op de markt, geschikt voor één elpee op elke kant. Tenslotte zijn er ook C180 en C240 cassettes op de markt geweest met resp. 2x90 en 2x120 minuten speelduur, maar deze waren meer bedoeld voor opnamen van telefoongesprekken (call logging), preken en dergelijke.
Als opnamemedium is de compactcassette verdrongen door de beschrijfbare Compact Disc en in mindere mate door de Minidisc. Philips ontwikkelde als opvolger nog wel de Digital Compact Cassette (DCC), die echter geen succes werd.
[bewerk] Zie ook
- Bandrecorder
- 2 sporenrecorder
- 4 track
- 8 track
- 16 sporen
- 24 sporen
- 48 track
- 1/4 inch tape
- 1/2 inch tape
- 1 inch tape
- Digital Audio Tape (DAT)
- Digital Compact Cassette (DCC)
- Minidisc
- Digitale multitrack