P-adisch getal
Van Wikipedia
Voor elk priemgetal p construeert men een verzameling van p-adische getallen door aan de rationale getallen alle mogelijke limieten van Cauchyrijen in toe te voegen. Het resultaat van dit proces hangt af van het afstandsbegrip dat men hanteert. Neemt men zoals gebruikelijk als afstand tussen twee rationale getallen x en y de absolute waarde | x − y | dan krijgt men zo de verzameling van reële getallen. Bij de constructie van p-adische getallen wordt dit afstandsbegrip vervangen door een p-adische afstandsfunctie | | x − y | | p, die voor elk priemgetal p verschillend is.
De p-adische getallen werden uitgevonden door Kurt Hensel in 1908. Ze spelen een fundamentele rol in de getaltheorie, maar zijn ook op zich belangrijk doordat ze een alternatief getallensysteem vormen - in de plaats van de reële getallen - waarin aan analyse kan gedaan worden. Ze zorgen voor een nieuw en dieper inzicht in de grondbeginselen van de analyse, op dezelfde manier als de ontdekking van het hyperbolisch vlak dat deed in de meetkunde .
Inhoud |
[bewerk] p-adische norm
Net als de gebruikelijke afstandsfunctie zijn ook de p-adische afstandsfuncties gebaseerd op een norm . Een norm(-functie) kent aan elk getal x een norm of grootte | | x | | toe. In deze context wordt zo een norm ook aangeduid met de term waardering en zal men eisen dat
-
- .
De gebruikelijke norm voor rationale getallen is niets anders dan de absolute waarde . Typerend voor een p-adische norm is dat een geheel getal als des te kleiner wordt beschouwd naarmate het meer priemfactoren p bevat. Meer bepaald zal men, als n een factor pk bevat, aan n een grootte toekennen. De concrete waarde van a bepaalt als het ware de gebruikte lengteëenheid en doet niet echt ter zake. Met deze definitie is vanzelf aan de multiplicatieve eigenschap voldaan. Uiteraard is | | 0 | | p = 0, en kan je de grootte van breuken berekenen volgens de regel | | m / n | | p = | | m | | p / | | n | | p. In numerieke voorbeelden op deze pagina krijgt p de waarde 5 en a de waarde 2, tenzij expliciet anders vermeld.
Enkele voorbeelden:
- Aan de getallen ... -2, -1, 1, 2, 3, 4, 6, ... die onderling ondeelbaar zijn met p=5 kennen we een grootte 1 toe.
- De getallen ... -10, -5, 5, 10, 15, 20, 30, ... zijn deelbaar door 5, maar niet door 25, en krijgen een grootte .
- De getallen ... -50, -25, 25, 50, 75, 100, 150, ... krijgen een grootte .
- Enz., ...
- , wegens de factor 53 in de noemer.
Of een rij al of niet Cauchy is hangt af van de gebruikte afstand. Een mooi voorbeeld is de meetkundige reeks
-
- .
Deze reeks is niet convergent volgens de gebruikelijke afstandsfunctie (de algemene term 5n gaat zelfs niet naar nul), maar is Cauchy en zelfs convergent volgens de 5-adische afstandsfunctie. De som van de eerste n termen is
-
- .
De 5-adische norm van de laatste term is 2 - n, wat naar nul gaat. Dus is de (5-adische) limiet van deze reeks (met strikt positieve termen!) gelijk aan .
De p-adische normen hebben essentieel dezelfde eigenschappen als de absolute waarde, met uitzondering van de zogenaamde driehoeksongelijkheid die vervangen wordt door de sterkere ongelijkheid
-
- .
Uit deze ongelijkheid volgt meteen dat . Men zegt in dit verband dat de p-adische norm niet-Archimedisch is. Een belangrijk gevolg hiervan betreft de convergentie van oneindige reeksen. In , en meer algemeen in elke complete ruimte met een niet-Archimedische norm, is een oneindige reeks convergent als en slechts als haar algemene term naar nul gaat. Dit staat in schril contrast met de situatie in , waar de grens tussen convergente en divergente reeksen veel moeilijker te trekken valt.
Met de absolute-waardefunctie en de p-adische normen zijn essentieel alle normen op de rationale getallen gekend. Men heeft de stelling dat elke norm op die verenigbaar is met de optelling en vermenigvuldiging equivalent is met de absolute-waardefunctie, een p-adische norm of de triviale norm die ||0||=0 en ||x||=1 (x≠ 0) stelt (Ostrowski, 1918).
[bewerk] p-adische ontwikkeling van rationale getallen
Beschouw een oneindige reeks van stijgende machten pk met coëfficiënten :
Als de rij (ak) een periodieke staartrij heeft convergeert S p-adisch naar een rationaal getal. Bijvoorbeeld:
-
-
= =
-
Aangezien men ook de coëfficiënten ak kan ontwikkelen in machten van p kan men zich beperken tot reeksen met , de p-adische cijfers. Men noteert een dergelijke som als een (eventueel oneindig) decimaal getal , ook wel zonder de index p als het talstelsel waarin men werkt duidelijk is uit de context. Soms schrijft men de rij p-adische cijfers in de omgekeerde volgorde, zodat men een oneindige naar links lopende cijferreeks krijgt. De eerste schrijfwijze sluit misschien iets beter aan bij de p-adische logica, waarin grote machten van p een kleine norm toegewezen krijgen.
Omgekeerd kan men aantonen dat elk rationaal getal op unieke wijze kan geschreven worden als een (eventueel oneindig doorlopend) p-adisch decimaal getal, met een periodieke staartrij van decimalen (repeterende decimale breuk). Bijvoorbeeld:
De getallen met een afbrekende p-adische ontwikkeling zijn de gehele getallen en de breuken met noemer . In veel opzichten gedragen p-adische decimale getallen zich regelmatiger dan onze gebruikelijke decimale getallen. Zo is de p-adische schrijfwijze inderdaad uniek, terwijl met de gebruikelijke norm het getal 1 zowel als 1,0000... als 0,9999.... kan geschreven worden. Verder is er geen nood aan, en zelfs geen plaats voor, een ( − )-teken.
De verzameling kan nu gekarakteriseerd worden als de verzameling van alle mogelijke, al of niet repeterende p-adische decimale getallen. Het is duidelijk dat er een één-éénduidig verband bestaat tussen de verzameling en de verzameling van strikt positieve reële getallen, geschreven in het p-tallig stelsel. en hebben dus dezelfde cardinaliteit. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het dezelfde getallenverzamelingen zijn. Niet alleen hebben ze een radicaal verschillende norm (en dus topologie), ook het rekenen gebeurt volgens andere regels, zoals uitgelegd in de sectie p-adisch cijferen.
Merk op dat als de p-adische ontwikkeling van begint met anpn, de macht pn meteen ook de grootste macht van p is die x deelt, zodat | | x | | p = a − n. De norm van een p-adisch getal x wordt m.a.w. enkel bepaald door de éérste van nul verschillende decimaal in zijn p-adische cijferreeks.
[bewerk] Motivatie
Men kan heel wat leren over de gehele getallen door ze te reduceren modulo een priemgetal p. Dat houdt in dat men alle getallen identificeert die dezelfde rest hebben bij deling door p. Voor p=5 bijvoorbeeld maakt men abstractie van alle verschillen tussen de getallen ..., -7, -2, 3, 8, ... die allemaal rest 3 hebben bij deling door 5. Men houdt zo slechts 5 zogenaamde restklassen over, die men arbitrair aanduidt met 5 vertegenwoordigers, bijvoorbeeld 0, 1, 2, 3 en 4.
Voor sommige problemen is dit een te grove benadering. Men kan dan proberen te werken modulo p2. Voor p=5 heeft men dan 52 = 25 verschillende restklassen. De getallen -2 en 3, die niet te onderscheiden zijn modulo 5 zijn dat wel modulo 25. Men ziet als het ware meer details in de verzameling . Is dit nog niet genoeg, dan kan men modulo p3 werken, enzovoort. Het is alsof men onder een microscoop bekijkt met een steeds sterkere vergroting. Hoe groter de macht van p die men gebruikt hoe meer details men ziet. Getallen die een grote macht van p verschillen zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Voor het modulorekenen liggen ze als het ware erg dicht bij elkaar.
De p-adische norm lijkt bij een eerste kennismaking een kunstmatig en vergezocht concept, dat volledig in strijd is met onze intuïties over wat groot en klein is in de gehele getallen. We zien nu dat deze norm op een natuurlijke manier quantificeert hoe gemakkelijk je met modulorekenen het verschil kan zien tussen twee getallen.
[bewerk] p-adisch cijferen
Berekeningen met p-adische decimale getallen vragen even wennen, maar zijn niet moeilijk. Men moet voor ogen houden dat p-adische decimalen in zekere zin achterstevoren genoteerd worden, vergeleken met de gebruikelijke, tiendelige decimalen. Het volstaat om de volgende regels in acht te nemen:
- Alle berekeningen gebeuren met grondtal p (in het p-tallig stelsel).
- De berekeningen beginnen met het meest linkse cijfer en verlopen daarna van links naar rechts.
- Zowel 'overdragen' als 'ontlenen' doe je naar rechts i.p.v. naar links.
Enkele voorbeelden (met grondtal p=5) moeten hier volstaan. Het helpt als je voor ogen houdt dat het cijfer 4 in het 5-tallig stelsel dezelfde rol speelt als het cijfer 9 in ons 10-tallig stelsel. Alle decimale breuken zijn p-adisch.
Een optelling: Een aftrekking: 'Verandering van teken' . ... 21,03 341,14 0,00000....... +43,21 -23,02 -0,03142 ------ ------ --------------- 10,34 323,02 0,023024444...
Bij de aftrekking is in de kolom voor het decimaalteken ('de komma') een ontlening nodig. Hierdoor verandert de waarde van het cijfer 1 vóór de komma in 1+5=6, en die van het cijfer 1 na de komma in 0. Bij de 'tekenverandering' treedt vanaf het tweede cijfer na de komma een oneindige reeks ontleningen op. Hierdoor krijgt het resultaat een oneindige staart van cijfers 4. Uit het voorbeeld blijkt de volgende regel voor 'tekenverandering':
- Vervang elk cijfer na de eventuele leidende nullen in het complement t.o.v. 4
- Tel 1 op in de eerste kolom na de leidende nullen.
In het bijzonder is , wat je kan verifiëren door in beide leden 1 op te tellen.
Een vermenigvuldiging: Een staartdeling (op z'n Belgisch): 3,14 23,341 | 42 ×2,43 22 1 |------ ----- ---- | 3,4442 1 331 1 24 2123 1 12 4422 ---- -------- 121 1,04313 112 --- 1444444444... 112 ------------- 324444444... 301 ------------ 23444444...
De deling geeft het quotiënt van (23,341)5 bij deling door (42)5 = 2 + 4 / 5 = 14 / 5 op vijf beduidende cijfers als (3,4442)5, met een rest van (0,00023444...)5. De p-adische staartdeling verloopt regelmatiger dan een reële staartdeling, waar de opeenvolgende cijfers van het quotiënt van links naar rechts verschijnen, maar waar de tussentijdse producten van rechts naar links moeten berekend worden. Let ook op de plaats van de komma in het quotiënt.
Het cijferwerk laat op aanschouwelijke wijze zien dat het lichaam niet-geördend is, d.w.z. er bestaat geen ordening van de p-adische getallen die verenigbaar is met de optelling en vermenigvuldiging in .
[bewerk] Kwadraten in de p-adische getallen
Door 'de komma te verschuiven' kan je elk p-adisch getal schrijven als , met | | x | | p = 1. Het kwadraat hiervan is , waarin ook x2 norm 1 heeft. In een kwadraat neemt de komma dus een even positie in t.o.v. het eerste cijfer.
Als a0 het eerste cijfer is van x, dan is het eerste cijfer van x2 de rest van bij deling door p. Men zegt dat het eerste cijfer van x2 een kwadratische rest modulo p is. Het is bekend uit het modulorekenen dat slechts de helft van de p-adische cijfers kwadratische resten zijn.
Men kan aantonen dat elk getal in dat aan de twee voorwaarden hierboven voldoet ook effectief een kwadraat is. Met andere woorden, we hebben de stelling:
-
-
Een getal is een kwadraat 1) het eerste cijfer van x is een kwadratische rest modulo p 2) , met | | y | | p = 1.
-
Voorbeeld: de kwadraten van 1, 2, 3 en 4 in het 5-tallig stelsel zijn respectievelijk 1, 4, 14 en 31. De resten bij deling door 5 zijn 1, 4, 4 en opnieuw 1, zodat 1 en 4 kwadratische resten zijn, maar 2 en 3 niet. Je kan nu de kwadraten in gemakkelijk herkennen:
-
-
32 = (2,11)5 : Geen kwadraat (1ste cijfer is 2, geen kwadratische rest) 26 = (1,01)5 : Wel een kwadraat 6 / 5 = (11)5 : Geen kwadraat (bevat een oneven macht van p=5) (0,0414414441...)5 : Wel een kwadraat (komma in tweede positie vóór het eerste cijfer)
-
Merk op dat een kwadraat is in . Eén van de wortels is , de andere , wat je kan narekenen met p-adisch cijferen. Er is geen enkele reden om deze getallen niet te identificeren met de complexe getallen . In is het dus mogelijk om een (p-adisch) decimale ontwikkeling te berekenen van de imaginaire getallen .
De getallen t1 = 1, t2 = − i = 2,12... , t3 = i = 3,32... en t4 = − 1 = 4,44... hebben allemaal norm 1 en beginnen achtereenvolgens met de cijfers 1, 2, 3 en 4. Men kan aantonen dat elk stel van vier dergelijke getallen, samen met 0, kan gebruikt worden als een alternatief stel cijfers, in de zin dat elk getal op unieke manier kan geschreven worden als
Meer algemeen bevat, voor elk priemgetal p, de verzameling de (p − 1)-ste (complexe) wortels tk van 1: de Teichmuller cijfers. Deze hebben noodzakelijk norm 1, en beginnen elk met een ander p-tallig cijfer. Elk p-adisch getal kan op unieke manier geschreven worden als een oneindige som van termen tkpk. Het gebruik van Teichmuller cijfers maakt o.a. het berekenen van producten en quotiënten eenvoudiger. Omdat ze een cyclische groep vormen voor vermenigvuldiging is er geen sprake meer van 'overdracht' bij het cijferen.
[bewerk] Het p-adisch analoog van C
Het is welbekend dat heel wat vraagstukken over reële getallen gemakkelijker te behandelen zijn in de ruimere context van de complexe getallen. De reden is dat weliswaar metrisch compleet is, maar niet algebraïsch compleet (d.w.z.: niet alle veeltermen over hebben ook wortels (of nulpunten) in ). Het lichaam is zowel metrisch als algebraïsch compleet, en vormt zo de ideale structuur om aan analyse in te doen.
De situatie in is helemaal analoog. In eerste instantie zal men daarom de algebraïsche sluiting van de p-adische getallen construeren. In dit ruimer lichaam heeft elke veelterm ook een volledig stel wortels. In het reële geval verloopt deze procedure relatief eenvoudig. Men voegt aan het getal i toe als wortel van de vergelijking x2 + 1 = 0. Daarna definieert men als de verzameling van alle getallen van de vorm en men vindt dat deze verzameling zowel metrisch als algebraïsch compleet is. Merk op dat op een natuurlijke manier een vectorruimte vormt over van dimensie twee.
In is de zaak ingewikkelder. Men moet als het ware een oneindig aantal onafhankelijke ' p-adisch-imaginaire' elementen toevoegen om een algebraïsch gesloten uitbreiding te verkrijgen. Naar analogie met het reële geval vormt een vectorruimte over , maar dan wel met een oneindige dimensie. Door deze oneindig-dimensionale uitbreiding verliest daarenboven zijn metrisch compleet karakter. Er zijn m.a.w. in de veel grotere verzameling opnieuw Cauchyrijen te vinden die niet meer convergeren. Men moet dus een nieuwe metrische vervollediging doorvoeren, waarbij (gelukkig) het algebraïsch gesloten karakter van bewaard blijft . Het eindresultaat is een gigantisch lichaam Ωp, dat de algebraïsche en metrische eigenschappen van imiteert, maar met een sterk afwijkende topologie. In het lichaam Ωp bestaan p-adische analogen van analytische functies, maattheorie en dies meer, die echter altijd gelinkt blijven aan de rekenkundige eigenschappen van het onderliggende priemgetal p. Niet zelden krijgen obscure stellingen uit de getaltheorie pas een natuurlijke interpretatie in het kader van de p-adische analyse in of Ωp.
Referenties:
- N. Koblitz p-adic Numbers, p-adic Analysis and Zeta functions (Springer Verlag - 1977)
- Z.I. Borevich, I.R. Shafarevich Number Theory (Academic Press - 1966)