Slag bij Naissus
Van Wikipedia
De slag bij Naissus vond plaats in september 268 tussen het Romeinse leger, geleid door keizer Gallienus en een leger voornamelijk bestaand uit Goten, aangevuld met Herulen. De toekomstige keizers Claudius II en Aurelianus speelden ook een rol van betekenis in deze veldslag.
Inhoud |
[bewerk] Aanleiding
De slag bij Naissus kwam als gevolg van een masale invasie door de Goten in het Romeinse Rijk eind 267 en begin 268. De Gotische stammen waren de Donau–grens overgestoken en hadden de weg gevonden naar de rijke provincië Pannonië. De Romeinse verdediging kon geen vuist maken en diverse steden werden door de Goten stormende wijs ingenomen. Even vreesde men zelfs voor veiligheid van de stad Rome.
Keizer Gallienus trok tegen de Goten ten strijdde en behaalde in het voorjaar 268 een moeizame overwinning, maar omdat het Romeinse Rijk ernstig verzwakt was door decennia´s van interne strubbelingen en burgeroorlogen, was het niet instaat om de Goten uit de provincie te verwijderen. De Goten konden doorgaan met plunderen totdat Gallienus in de zomer een tweede veldtocht tegen hun uitrustte. Gallienus stelde ditmaal een zeer mobiel leger samen, grotendeels bestaande uit cavalarie eenheden van meerdere legioenen.
[bewerk] De veldslag
Aan de vooravond van de slag versloeg de Dalmatische cavalerie een duizendtal Gotische ruiters. Maar tijdens de slag waren het in eerste instantie de Goten, die de Romeinen achteruit dreven. Het Romeinse leger hield echter dapper stand, en ging in de tegenaanval met hulp van de cavalarie onder leiding van Aurelianus. De Gotische cavalerie werd verslagen en de slag kantelde. De Goten werden ditmaal achteruit gedreven en gedwongen terug te trekken naar hun basiskamp. Tijdens de achtervolging door de Romeinse cavalerie stortte de Gotische weerstand in en sloegen de Goten op de vlucht. In de ontstane chaos werden tussen de 30.000 en 50.000 Goten gedood of gewond en duizenden gevangen genomen. Veel van de gevangen genomen Goten, kozen ervoor om dienst te nemen in het Romeinse leger en zouden jaren later onder Claudius II en Aurelianus succesvolle overwinningen boeken. Gallienus kon de veldtocht tegen de Goten niet afmaken, omdat hij vanwege nieuwe opstanden elders in het rijk naar Italië diende terug te keren. Een deel van de Goten was daardoor in staat te ontsnappen.
[bewerk] Betekenis
De vernietigende nederlaag, gekoppeld aan het verlies in april dat zelfde jaar, brak de kracht van de Goten. Sommigen bleven in het Romeinse Rijk tot 271, toen Aurelianus de laatste resten van hun over de Donau verjoeg. De Goten waren daarna niet langer meer een serieuze bedreiging voor de Romeinen. De overwinning bleek zo volkomen te zijn dat de Romeinen tot in de eerste helft van de volgende eeuw weinig meer te duchten hadden van dit volk.
[bewerk] Bronnen
- Ammianus Marcellinus, Latijns geschiedschrijver
- Zosimus, Byzantijns geschiedschrijver
veldslagen van de Goten |
Abrittus -Naissus - Moeresloel - Adrianopel - Frigidus - Pollentia - Verona - Florence - Arles - Ravenna - Catalaunische velden - Orleans- Urbicus - Kaap Bon - Bolia - Isonzo - Ulca - Verona - Adda - Vouillé - Taginae |