Spitssnuitadder
Van Wikipedia
Spitssnuitadder | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Vipera ursinii Bonaparte, 1835 |
De spitssnuitadder of weide-adder (Vipera ursinii) is een slang uit de familie adders (Viperidae).
Inhoud |
[bewerk] Algemeen
Deze slang komt voor in Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Albanië, Macedonië en Montenegro, maar het betreft meestal geïsoleerde populaties van de dieren, en ze komen meestal slechts voor in een klein deel van voornoemde landen. Er zijn vijf erkende ondersoorten, waaronder de nominale ondersoort V. u. ursinii.
[bewerk] Habitat
Deze soort houdt van vochtige, lichtbegroeide hellingen tot drogere heidevelden en bosranden: erg kieskeurig is hij niet, maar enige vegetatie of stenen om onder te schuilen is benodigd. De spitssnuitadder komt vrijwel alleen boven de 600 meter voor, leeft veelal in bergachtige streken en kan ook wel over rotsen en kliffen klimmen. Dit in tegenstelling tot de meeste adders die niet erg lenig zijn en op de bodem leven. Het voedsel bestaat uit kleine knaagdieren en insecten en soms ook wel hagedissen, die van de schemering tot de vroege ochtend bejaagd worden. Overdag schuilt de adder in rotsspleten of bomen.
[bewerk] Beschrijving
De spitssnuitadder is een kleine soort die gemiddeld ongeveer 40 tot 50 centimeter lang wordt, uitschieters kunnen bijna twee keer zo lang worden. De slang heeft geen echt spitse snuit, maar omdat de kop lang niet zo breed is als veel andere adders lijkt de kop smaller. De openingen waar de infraroodzintuigen zitten zijn duidelijk te zien en deze soort heeft geen punt op de neus zoals de zandadder (Vipera ammodydes). De kleuren en patronen van deze soort wijken niet veel van elkaar af: de basiskleur is meestal grijsbruin met op het midden van de rug een enkele donker- tot roodbruine, meestal dun zwartomzoomde zig-zagstreep; deze is vrij smal en heeft meestal geen grote vlekken die met elkaar verbonden zijn. Vaak ligt de streep in een lichte band die net iets breder is dan de streep zelf. Aan weerskanten van de flanken zijn kleine bruine of zwarte vlekjes aanwezig.