Stabilisation Force Iraq
Van Wikipedia
De Irakoorlog |
Voor de oorlog |
Operatie Desert Storm |
Invasie |
Coalition of the Willing |
Na de oorlog |
Coalition Provisional Authority |
Overige |
Overzicht |
Stabilisation Force Iraq of SFIR is een militaire macht die na de Golfoorlog van 2003 in Irak als bezettingsmacht werd gestationeerd. De SFIR-macht ondersteunde de Coalition Provisional Authority die het land voorlopig bestuurde.
Nadat de Verenigde Staten op 28 juni 2004 een regering installeerden, is de Stabilisation Force Iraq formeel geen bezettingsmacht meer. Zij wordt vanaf dan doorgaans als stabilisatiemacht aangeduid.
Een Nederlands contingent, variërend van circa 1070 (SFIR-1) tot 1440 (SFIR-4) militairen heeft van juli 2003 tot april 2005 deel uitgemaakt van SFIR.
België heeft geen strijdkrachten in Irak gehad.
Het Iraakse verzet is in omvang stevig toegenomen in vergelijking met 2003, wat voor strijd tussen SFIR en Iraakse opstandelingen zorgt.
De macht kwam in opspraak toen eind april 2004 foto's van de martelingen in onder andere de Abu Ghraib-gevangenis in het nieuws kwamen.
Inhoud[verbergen] |
[bewerk] Proloog
In de vroege ochtend van 20 maart 2003 werd de Iraakse hoofdstad aangevallen door vliegtuigen en kruisraketten. Diezelfde avond begon de grondcampagne. De coalitie rukte snel op en veroverde op 9 april Bagdad. Vijf dagen later viel het laatste bolwerk van Saddam Hoessein: zijn geboorteplaats Tikrit. Op 1 mei 2003 werd door de Amerikaanse president Bush de oorlog gewonnen verklaard.
Voor gedetailleerdere beschrijving, zie Irakoorlog.
[bewerk] Instelling SFIR
Op 22 mei 2003 nam de VN Veiligheidsraad resolutie 1483 aan, die voorziet in de instelling van een "stabilisatiemacht" in Irak ("SFIR"). Deze legermacht functioneert onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van de door de twee bezettende mogendheden (de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk) gevormde Coalition Provisional Authority (CPA). Het mandaat van resolutie 1483 werd later versterkt door resolutie 1511.
De SFIR moet de Irakezen assisteren bij de wederopbouw van het land, de hervorming van overheidsinstanties en het creëren van stabiliteit en veiligheid.
Resolutie 1546 (van 8 juni 2004) bepaalt dat het mandaat afloopt wanneer het politieke proces in Irak is voltooid of eerder, indien daarom wordt verzocht door de Iraakse regering.
Dit VN-mandaat loopt normalerwijze eind 2005 af.
[bewerk] Samenstelling SFIR
De Verenigde Staten van Amerika en het Verenigd Koninkrijk leveren het gros van de troepen. Daarnaast doen nog andere landen mee, die alle minder dan 4000 soldaten bijdragen:
- Bulgarije: 450 man (trekt z'n troepen vanaf oktober tot einde 2005 terug)
- Denemarken: verkenners/ medisch 380 man
- Hongarije: 300 man
- Italië: 3000 man (die in augustus en september 2005 met 300 verminderd werden)
- Japan: 550 man
- Oekraïne: brigade (beëindigt een gefaseerde terugtrekking in oktober 2005)
- Polen: 1500 man (trekt zijn troepen tegen einde 2005 terug)
- Roemenië: 700 man
- Slowakije: geniecompagnie (80 man)
- Tsjechië: hospitaalploeg en transporthelikopters
Voorts leveren Albanië, Azerbeidzjan, Estland, Letland en Litouwen bijdragen aan SFIR.
[bewerk] Beëindiging van SFIR-bijdrage
Landen die zich hebben teruggetrokken uit SFIR:
- Dominicaanse Republiek
- Filipijnen
- Honduras
- Moldavië
- Nederland
- Nicaragua
- Nieuw-Zeeland
- Noorwegen: 100 man genie eenheid
- Portugal: 127 man militare politie
- Singapore
- Spanje: bataljon plus helikopters (maximaal 1350 man)
- Thailand
- Tonga
[bewerk] Operatiegebieden
Als operatieterrein van SFIR is Irak onderverdeeld in drie sectoren:
- de Polen sturen de eenheden in het noorden aan,
- de Amerikanen sturen de eenheden in het midden aan
- Britten sturen de eenheden in het zuiden aan.
[bewerk] Britse sector
Aan de multinationale divisie in de Britse sector namen naast het Verenigd Koninkrijk Nederlandse, Deense, Italiaanse, Japanse, Litouwse, Nieuw-Zeelandse, Noorse, Portugese, Roemeense en Tsjechische eenheden deel.
De Britse sector omvatte de volgende provincies:
- Basra (in deze provincie was een Britse brigade aanwezig)
- Maysan (ook hier was een Britse brigade aanwezig),
- Dhi Qar (deze provincie werd geleid door Italianen, die met een brigade aanwezig waren)
- al-Muthanna, waar de Nederlandse militairen werden ingezet
[bewerk] Nederlandse deelname
De taken van de Nederlandse eenheden voor de soevereiniteitsoverdracht waren:
- Force protection
- Het herstel en de handhaving van de veiligheid en stabiliteit en het handhaven van de openbare
orde.
- Het mogelijk maken van activiteiten van humanitaire organisaties.
- Het mogelijk maken van de leveranties van essentiële openbare nutsvoorzieningen en de infrastructuur die noodzakelijk zijn voor politiek en economisch herstel.
- Het mogelijk maken van betalingen aan lokale werknemers in de nutsvoorzieningen met fondsen van de Coalition Provisional Authority (CPA).
- Het beveiligen van politiebureaus, en financiële en culturele instellingen.
Indien noodzakelijk zou ook ondersteuning worden geboden aan de ontmanteling van locaties die verband houden met massavernietigingswapens, de verwijdering van restanten van het regime van Saddam Hussein en de beveiliging en de opslag van militaire uitrusting.
Na de soevereiniteitsovergang van 28 juni 2004 beperkten de taken zich tot activiteiten zoals:
- Het optreden tegen groeperingen die op gewelddadige wijze proberen het politieke proces te beïnvloeden.
- Het opbouwen van de Iraakse veiligheidsorganisaties.
- Op verzoek van de Iraakse regering ondersteuning van humanitaire hulpverlening, van civiele diensten en wederopbouw voor zover dit in overeenstemming is met de Veiligheidsraadresoluties.
De opstelling van de lokale leiders was over het algemeen coöperatief.
[bewerk] Chronologisch overzicht
De eerste 25 militairen van de Nederlandse krijgsmacht vertrokken op 2 juli naar Irak. Zij vormden de voorhoede van een contingent van circa 1100 man, met als kern een bataljon mariniers (± 650). De bijdrage van de landmacht (± 230) bestaat voornamelijk uit een genie-eenheid, die van de luchtmacht (± 90) uit een helikopterdetachement met drie Chinooks en de marechaussee is present met een detachement militaire politie (25). In principe neemt Nederland voor zes maanden deel in SFIR, met de mogelijkheid tot verlenging met een zelfde periode. De militairen moeten de vrede bewaren in Al-Muthanna, een woestijngebied groter dan Nederland, dat in het zuiden van Irak ligt en binnen de Britse sector valt. Op 10 juli 2003 vertrokken de volgende 300 militairen.
Op 11 december 2003 werd tot verlenging van de deelname aan SFIR besloten. Alle politieke partijen in de Tweede Kamer, met uitzondering van de fracties van GroenLinks en de Socialistische Partij stemden hiermee in. Volgens de SP is de deelname in strijd met artikel 90 van de Nederlandse grondwet, dat luidt: "De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde".
Op 7 maart 2005 heeft SFIR-5 de verantwoording voor al- Muthanna overgedragen aan de Britten
Op 13 maart 2005 keerde een eerste groep militairen die niet vervangen worden terug naar Nederland, in het kader van een gefaseerde terugtrekking der troepen.
Op 6 mei jongstleden hebben de Britten de verantwoordelijkheid over al-Muthanna overgedragen aan de Australiërs (circa 450 militairen).
[bewerk] Samenstelling Nederlandse bijdrage
De Nederlandse bijdrage aan SFIR bestond uit militairen van het Korps Mariniers, de Koninklijke Landmacht, de luchtmacht en de marechaussee. De aanwezigheid van Nederlandse troepen duurde tot april 2005.
Overzicht van de diverse 'rotaties':
Rotatie | Begin- en eindsterkte | Kernonderdeel | Opmerking |
---|---|---|---|
SFIR-1 | 1150-1070 | bataljon Korps Mariniers | een aantal genietroepen zijn na de opbouw van de kampen teruggekeerd |
SFIR-2 | 1085-1170 | bataljon Korps Mariniers | |
SFIR-3 | 1290-1325 | gemechaniseerd infanteriebataljon | |
SFIR-4 | 1305-1370 | luchtmobiele infanteriebataljon | |
SFIR-5 | 1440-1690 | luchtmobiele infanteriebataljon | inclusief 350 extra militairen voor afbreken en afvoeren van materieel en personeel |
Het Nederlandse contingent heeft 3300 veiligheidsfunctionarissen in de provincie al-Muthanna getraind.
Twee Nederlandse militairen zijn tijdens de missie gesneuveld, Dave Steensma en Jeroen Severs.
Een verzoek van de Iraakse regering om dit verblijf te verlengen werd niet gehonoreerd.
De uiteindelijke kosten van de Nederlandse bijdrage worden geschat op € 146,3 miljoen.
[bewerk] Ondersteuning door particuliere bedrijven
Niet alleen zijn militairen in Irak gelegerd, ook zijn veel gespecialiseerde particuliere beveiligingsbedrijven actief in Irak. Een artikel in de New York Times schat dat aantal op een stuk of 25 met in totaal zo'n 15.000 personen werkzaam. De meeste komen uit de Verenigde Staten maar ook Britse en Zuid-Afrikaanse bedrijven zijn actief. De vier Amerikanen die op 31 maart 2004 door Irakezen vermoord en verminkt werden, werkten voor een van de grootste bedrijven in deze sector, Blackwater USA.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
- Geweldsinstructies SFIR Troepen, 27 februari 2004 door Review of International Social Questions (RISQ)
- Coalition Troops in Iraq
- America's 'dwindling coalition'
Bronnen en referenties: |