Stefanuskroon
Van Wikipedia
De Stefanuskroon of Stefanskroon (Hongaars: Szent Korona) is de koningskroon van het Koninkrijk Hongarije. De kroon vertegenwoordigde de heerschappij over de Landen van de Heilige Hongaarse Stefanskroon.
Volgens de overlevering zou Koning Stefan I van Hongarije de Kroon als eerste gedragen hebben, als vorst van de Magyaren. Stefanus I werd door paus Sylvester II tot eerste koning uitgeroepen en de kroon zou een cadeau van deze paus zijn. In werkelijkheid dateert de Kroon van een latere datum. Omdat Stefanus stierf zonder directe erfgenaam, droeg hij zijn land op aan de Maagd Maria.
Volgens een theorie bestaat de Kroon uit twee delen, een Byzantijns onderste deel, en een Romeins bovendeel in de vorm van een kruis. Het onderste Byzantijnse deel (Corona Graeca) zou uit de jaren 1070 kunnen dateren. De emaille iconen die erop bevestigd zijn geven aan dat het een cadeau was van de Byzantijnse Keizer Michael VII Dukas aan de Byzantijnse prinses Synadene, vrouw van de Hongaarse koning Géza I (1074-75). Het bovenste deel van de kroon heeft de vorm van een kruis en vertegenwoordigt een andere symboliek. Bovenop is een kruis bevestigd dat scheef staat, op zijn minst sinds 1790. Naar de Latijnse inscripties heet dit deel de Corona Latina.
Een kroniek vermeldt een reden voor het scheefstaande kruis: een afgunstige en jaloerse vazal van koning Matthias Corvinus zou hem hem met zijn zwaard hebben willen doden. De koning ontweek de slag, maar het zwaard sloeg tegen en onder het kruis op de koningskroon, die op de paleisvloer viel. Koning Matthias zou hem dan gezegd hebben; "U wilt mijn troon en mijn kroon, wel ik zal ze u geven!" De edele werd op een gloeiende troon gezet en kreeg een roodgloeiende ijzeren kroon op zijn hoofd gedrukt.
Vanaf 1867, toen Hongarije en Oostenrijk officieel een Dubbelmonarchie werd, droeg Keizer Franz Jozef I van Oostenrijk ze als koning van Hongarije. Keizerin Elisabeth van Oostenrijk-Hongarije (Sissi), werd met de koninginnenkroon gekroond, beiden in de Matthiaskerk in Boedapest.
De laatste Oostenrijk-Hongaarse monarch die met deze Hongaarse kroon gekroond werd in Boedapest, was keizer Karel I van Oostenrijk en tevens koning Karel IV van Hongarije en zijn gemalin keizerin en koningin Zita van Bourbon-Parma. Na het Verdrag van Trianon verloor Hongarije de gebieden waarover de Stefanuskroon had geheersd, maar het land bleef tot 1945 een koninkrijk. Omdat Karel IV er niet in slaagde de troon te behouden was er echter geen koning. In deze tijden kon gezegd worden dat formeel de Maagd Maria Koningin van Hongarije was, maar deze lijn werd wegens het feit dat Horthy protestants was niet gevolgd.
In 1945 werd de kroon veilig gesteld voor de opmars van het Rode Leger door een groep vertrouwelingen van Horthy. Na een tijdlang begraven te zijn geweest, werd de kroon in Oostenrijk overgedragen aan het Amerikaanse leger. De Stefanuskroon werd daarna tot 1978 bewaard in het Amerikaanse Fort Knox. In dat jaar werd de kroon door de Amerikaanse president Jimmy Carter officieel teruggegeven aan Hongarije. Sinds de val van het Communisme in 1989 is de Kroon weer een deel van het officiele Wapen van Hongarije.
Vanaf 1978 werd de Kroon tentoongesteld in het Hongaars Nationaal Museum (Magyar Nemzeti Múzeum) in Pest. Naast de Kroon, de Scepter, de Rijksappel en de Koninginnenkroon werd daar ook de bijbehorende Kroningsmantel bewaard. Deze wordt in tegenstelling tot de Kroon wel geacht te stammen uit de tijd van Stefanus I van Hongarije, namelijk uit 1030. Het portret op de mantel van Stefanus I laat zien dat de toen gebruikte kroon een andere was.
Sinds 2000 bevindt de kroon met de Scepter en de Rijksappel zich in het Hongaarse parlement. De Kroningsmantel bleef in het museum achter wegens de fragiele staat waarin hij verkeert.