't Kofschip
Van Wikipedia
't Kofschip (soms ook 't fokschaap) is een bekend ezelsbruggetje om te bepalen hoe bepaalde werkwoordsvormen volgens de Nederlandse spelling geschreven moeten worden. Het ezelsbruggetje steunt op de eigenschap dat alle medeklinkers in de woordcombinatie 't kofschip stemloos zijn.
Inhoud |
[bewerk] Achtergrond van 't kofschip
Het Nederlands kent voor de onvoltooid verleden tijd van regelmatige werkwoorden twee uitgangen: -de en -te. De eerste uitgang vinden we bijvoorbeeld terug in krabde (van krabben), de tweede in maakte (van maken). Taalkundig gezien wordt de uitgang -te gebruikt bij werkwoorden waarvan de stam eindigt op een stemloze medeklinker. Dat zijn de plofklanken /p/, /t/ en /k/ en de wrijfklanken /f/, /s/ en /ch/. Dit zijn precies de medeklinkers in 't kofschip.
[bewerk] Toepassing van 't kofschip
De toepassing van het ezelsbruggetje kan worden uitgelegd met een aantal voorbeelden: maken, blaffen, krabben en leven:
- Haal van het hele werkwoord de uitgang -en af; de vorm die overblijft wordt de stam genoemd.
- maak-, blaf-, krab-, lev-
- Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't kofschip?
- maak-, blaf- (ja); krab-, lev- (nee)
- Zo ja: de verleden tijd wordt gevormd met de uitgang -te.
- maakte, blafte
- Zo nee: de verleden tijd wordt gevormd met de uitgang -de.
- krabde, leefde
Van werkwoorden die in de onvoltooid verleden tijd de uitgang -te krijgen, eindigt het voltooid deelwoord op de uitgang -t: gemaakt, geblaft. Het voltooid deelwoord van de overige regelmatige werkwoorden wordt met de uitgang -d geschreven: geleefd, gekrabd. Hoewel ook hier de regel van 't kofschip kan worden toegepast, is er een gemakkelijker handvat: als je het voltooid deelwoord verlengt met een -e, is meestal meteen te horen of er een t of een d geschreven moet worden.
Bij het bepalen of de laatste letter van de stam in de zin 't kofschip voorkomt moet gekeken worden naar het hele werkwoord. Zo wordt het voltooid deelwoord van geloven niet geschreven als gelooft maar als geloofd, omdat de f van de stam geloof in het hele werkwoord in feite een v is.
Voorbeelden:
- de gemaakte opgaven - de opgave is gemaakt
- de opengekrabde wond - wond opengekrabd
- de geleefde werkelijkheid - werkelijkheid geleefd
- de geblafte bevelen - bevelen geblaft.
- ik heb in jou geloofd - een d omdat in het hele werkwoord geloven een v staat, en v komt niet voor in 't kofschip. Dit geldt ook voor de werkwoorden die een verharde s hebben zoals: verhuizen. Ik ben vorig jaar verhuisd- een d omdat in het hele werkwoord verhuizen een z staat, en z komt ook niet voor in 't kofschip.
[bewerk] Enkele problemen bij de toepassing
Bij een aantal werkwoorden is de toepassing van het ezelsbruggetje problematisch.
[bewerk] Werkwoorden met een stam op x
Hoewel de x niet in 't kofschip zit, krijgen werkwoorden met een x aan het eind van de stam in de onvoltooid verleden tijd toch de uitgang -te. De verleden tijd van het werkwoord faxen is dus faxte. Bij het toepassen van 't kofschip moet worden gekeken naar de laatste klank van de stam, niet naar de laatste letter. De x staat voor ks; de stemloze s, die wel in 't kofschip zit, geeft de doorslag. Voor dit soort gevallen wordt 't kofschip wel eens verlengd tot 't ex-kofschip.
[bewerk] Werkwoorden met een stam op /sj/
De stam van een aantal geleende werkwoorden eindigt op de sisklank /sj/, bijvoorbeeld crashen, douchen en ramsjen. Hoewel 't kofschip in deze klank niet voorziet, is de klank /sj/ net zo stemloos als bijvoorbeeld de /p/, de /t/ en de /f/. De stemhebbende tegenhanger is de /zj/, zoals aan het begin van het woord journalist. Ook voor werkwoorden als crashen, douchen en ramsjen wordt de uitgang -te gebruikt: crashte, douchte, ramsjte.
[bewerk] Werkwoorden met een dubbele uitspraak
Een aantal werkwoorden kan op meerdere manieren worden uitgesproken. Sommige mensen sausen hun muren, anderen sauzen ze. Het gevolg van dit uitspraakverschil is dat er ook twee vormen zijn van de verleden tijd: sauste (bij sausen) en sausde (bij sauzen).
[bewerk] Geschiedenis
De populariteit van het ezelsbruggetje van 't kofschip gaat terug op de tweede helft van de negentiende eeuw en is verbonden met de naam van de taalkundige L.A. te Winkel. In 1859 publiceerde hij een schoolboekje onder de titel De Nederlandsche spelling onder beknopte regels gebragt, waarin in 274 regels de toentertijd gebruike spelling-Siegenbeek beschreven wordt. In een van deze regels vinden we 't kofschip terug: "De tijdsuitgang: -de verandert in -te achter de scherpe medeklinkers". Deze "scherpe medeklinkers", tegenwoordig stemloze medeklinkers genoemd, worden beschreven in regel 129: "De scherpe medeklinkers zijn dus zes in getal: p, f, k, ch, t en s; zij worden gehoord in 'het kofschip '."
Het is onbekend of Te Winkel het ezelsbruggetje zelf bedacht heeft of dat hij het slechts vastlegde. De wijde verbreiding van 't kofschip kan echter wel aan hem worden toegeschreven. Het boekje van Te Winkel werd namelijk positief ontvangen en al spoedig door hem voorzien van oefenmateriaal. In 1865 verscheen een aangepaste en uitgewerkte versie, Leerboek der Nederlandsche spelling. Dit boek werd tot in de jaren negentig van de negentiende eeuw in het onderwijs gebruikt. Zodoende raakte het hulpmiddel van Te Winkel eerst bij onderwijzers, later ook bij vele generaties scholieren bekend.
[bewerk] Trivia
- Een kofschip is volgens Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal een "zeilschip voor binnen- en kustvaart met ronde voor- en achtersteven, platte bodem, meestal twee masten, zonder zwaarden, veel lijkend op een smak".
- Tegenwoordig maken jongeren eigen ezelbruggetjes. Tegenwoordig wordt er niet meer gesproken van 't Kofschip, 't Fokschaap of pokkeschoft, maar van 'xtc-koffieshop', om ook de letter -x- naar voren te laten komen.
- Tegenwoordig worden ook de termen 't ex-kofschip / 't ex-fokschaap gebruikt om de letter x naar voren te laten komen.
[bewerk] Zie ook
Bronnen en referenties: |
|