Actio pauliana
Van Wikipedia
De actio pauliana is de bevoegdheid om op te komen tegen rechtshandelingen van een debiteur waardoor zijn schuldeisers worden benadeeld. Het gaat bijvoorbeeld om situaties waarin de debiteur zijn bezittingen voor een zeer laag bedrag heeft verkocht, waardoor hij zijn schulden niet meer kan betalen.
De actio pauliana heeft zijn oorsprong in het Romeins recht.[1] Hieronder wordt kort de actio pauliana onder Nederlands recht en onder Belgisch recht besproken.
Inhoud |
[bewerk] Situatie in Nederland
De werking van faillissemetsrechtinstrumenten 'actio pauliana' blijkt zeer laag uit een onderzoek van CBS/ auteur Luttikhuis die schrijft over de herziening faillissemetswet 2007. 9 van de 10 keer dat een currator een instrument als actio pauliana hanteert leidt dit niet tot betere opbrengsten voor de schuldeiser. Luttikhuis draagt mogelijkheden aan voor corporate recovery(behoud onderneming en werkgelegenheid). Uit het onderzoek blijkt dat in het faillissement slechts 2 miljard euro omgaat en in de fase er vlak voor minstens 10 maal zoveel. De belangenbehartigers van maatschappelijke belangen als het tegengaan van fraude en behoud werkgelegenheid dienen hun pijlen op corporate recovery/behoud van onderneming te richten. Het blijkt met een goede wetgeving makkelijker een onderneming te behouden dan een startende onderneming te helpen. Het hele boek staat op de website van het CBS onder het kopje recht en veiligheid 2007 (zie ook 2006) en op de website corporate-recovery.org.
Voor een beroep op de actio pauliana gelden in het algemeen de volgende vereisten:
- Er is sprake van een onverplichte rechtshandeling. Hiermee wordt bedoeld dat de rechtshandeling is verricht zonder dat daartoe een op wet of overeenkomst berustende verplichting bestaat.[2]
- Eén of meer schuldeisers zijn door de rechtshandeling benadeeld in hun verhaalsmogelijkheden. Hiervan is in ieder geval sprake indien een schuldeiser door de rechtshandeling minder ontvangt dan zonder die rechtshandeling het geval zou zijn.[3]
- De debiteur en degene tot wie de rechtshandeling is gericht wisten of behoorden te weten dat één of meer schuldeisers hierdoor zouden worden benadeeld.[4]
Het Nederlands recht onderscheidt drie vormen van de actio pauliana:
- De algemene of BW-pauliana, zie artikel 45 tot en met 48 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;
- De faillissmentspauliana, zie artikel 42 tot en met 51 van de Faillissementswet;
- De erfrechtpauliana, zie artikel 205 van boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.
Deze drie vormen kennen ieder hun eigen regeling. De algemene pauliana kan worden ingesteld door iedere schuldeiser van de debiteur die is benadeeld door de paulianeuze rechtshandeling. In faillissement is slechts de curator bevoegd tot het instellen van de (faillissements)pauliana.[5] De curator kan in bijzondere omstandigheden de actio pauliana zelfs inroepen ten aanzien van verplichte rechtshandelingen.[6]. De erfrechtpauliana kan worden ingesteld door schuldeisers van een erfgenaam die een nalatenschap heeft verworpen.
Een debiteur die een paulianeuze rechtshandeling verricht kan onder bepaalde voorwaarden strafbaar zijn.[7]
[bewerk] Situatie in België
De 'actio pauliana' wordt beschreven in het Burgerlijk Wetboek, artikel 1167, dat kort en bondig stelt dat "derden", -bedoeld zijn degenen die niet bij een overeenkomst (of contract) betrokken partij zijn-, "ook in hun eigen naam kunnen opkomen tegen de handelingen die hun schuldenaar verricht heeft met bedrieglijke benadeling van hun rechten".
[bewerk] Verwijzingen
- Actio pauliana naar Amerikaans recht (Artikel in Engelstalige Wikipedia)
- Faillissement (Nederland)
- Surseance van betaling
- Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen
[bewerk] Voetnoten
- ↑ Losbl. Vermogensrecht (Mellema-Kranenburg), art. 45, aant. 2
- ↑ HR 8 januari 1937, NJ 1937, 431 aangehaald door Hijma 2003 (T&C BW), art. 3:45, aant. 2 sub a
- ↑ Losbl. Vermogensrecht (Mellema-Kranenburg), art. 45, aant. 56
- ↑ Op deze eis wordt voor sommige rechtshandelingen een uitzondering gemaakt, zie artikel 3:45 lid 2 en lid 3 BW en artikel 42 lid 2 en lid 3 Fw. Verder wordt onder omstandigheden bij voorbaat vermoed dat aan deze eis is voldaan, zie artikelen 3:46 BW, 3:47 BW, 43 Fw en 45 Fw
- ↑ Losbl. Faillissementswet (Van Hees), art. 49, aant. 1
- ↑ Artikel 47 Fw waarover Huizink, Insolventie (derde druk) nr. 23
- ↑ Losbl. Faillissementswet (Van Hees), art. 42, aant. 12