Antoine Lavoisier
Van Wikipedia
Antoine Laurent Lavoisier (26 augustus 1743 – 8 mei 1794) was een Frans scheikundige. Hij was de eerste die de behoudswet voor materie formuleerde. Ook was het Lavoisier die het element zuurstof ontdekte en de phlogistontheorie ontkrachtte. Ook heeft hij een revolutie teweeg gebracht in de chemische nomenclatuur. Lavoisier wordt vaak gezien als de vader van de moderne scheikunde.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
Geboren in Parijs als zoon van Jean Antoine Lavoisier en Émilie Punctis, groeit Lavoisier op in Parijs en volgt hij een studie in de scheikunde, botanica, astronomie en wiskunde aan de universiteit Mazarin van 1754 tot 1761. Zijn eerste publicatie in de scheikunde verschijnt in 1764. In 1767 werkt hij aan een geologische studie van de Franse gebieden Alsace en Lorraine. In 1768 wordt hij als lid van de Franse academie der wetenschappen gekozen.
[bewerk] Privė
In 1771 trouwt Antoine Lavoisier (27 of 28 jaar oud) met de 13 jaar oude Marie-Anne Pierrette Paulze. Zij helpt hem met het vertalen van Engelse stukken en illustreert zijn werken. Vanaf 1775 werkt Lavoisier bij de koninklijke (bus)kruit administratie waar hij werkt aan verbeteringen in het productieproces voor buskruit. Ook werkt hij in de agrochemie aan een nieuwe productiemethode van salpeter.
[bewerk] Ontdekkingen
Een van de belangrijkste dingen die Lavoisier in zijn wetenschappelijke carrière heeft bereikt is de bepaling van het principe van verbranding. Hij toonde met zijn experimenten aan dat verbranding een proces is waarbij een stof met zuurstof reageert. Hij toonde ook het belang van zuurstof in de ademhaling aan, en de rol in het roesten. De theorieën die hij formuleerde vervingen de theorie van het Phlogiston.
Een andere ontdekking van Lavoisier was dat de brandbare lucht van Henry Cavendish met zuurstof reageerde tot een dauw, waarvan Joseph Priestley aantoonde dat het water was.
[bewerk] Werken
Het werk van Lavoisier was duidelijk gebaseerd op dat van Priestley, maar hij probeerde om de eer van de ontdekkingen van Priestley naar zich toe te trekken. Dit gebruik van andermans resultaten zonder die te citeren was een karaktereigenschap van Lavoisier.
In de werken Sur la combustion (over verbranding) en Considérations générales sur la nature des acides (algemene overwegingen over de eigenschappen van zuren) 1778, demonstreerde hij dat de lucht die in verbranding een rol speelde ook een bron van zuurheid was. In 1779 noemde hij dit deel van de lucht oxygène (Grieks voor zuurvormer, in het Nederlands zuurstof) en de rest azote (Grieks voor zonder leven, in het Nederlands stikstof). In Réflexions sur la phlogistique (reflecties over de phlogistiek) (1783) toonde Lavoisier aan dat de phlogiston-theorie niet consistent was.
[bewerk] Experimenten
De experimenten van Lavoisier waren onder de eerste scheikundige experimenten die werkelijk op een kwantitatieve manier waren uitgevoerd. Hij bewees dat wanneer een stof een chemische reactie onderging, de totale hoeveelheid massa van begin tot eind hetzelfde bleef. Hij verbrandde fosfor en zwavel in lucht, en toonde aan dat de producten van die chemische reactie meer wogen dan de uitgangsstoffen. Maar, de toename in gewicht van de stoffen was gelijk aan de afname van het gewicht aan lucht. Deze experimenten lagen aan de basis van de massa-behoudswet.
Lavoisier ontdekte ook dat water geen element was, zoals men in die dagen meende, maar bestond uit de samenstellende delen oxygène (zuurstof) en hydrogène (letterlijk water vormend, in het Nederlands waterstof). Samen met de Franse scheikundige Claude-Louis Berthollet en anderen bouwde Lavoisier een nomenclatuur (ofwel namensysteem) op dat als basis diende voor de huidige scheikundige nomenclatuur.
Lavoisiers Traité élémentaire de chimie (elementaire behandeling van de scheikunde) uit 1789 wordt gezien als de eerste handleiding tot de moderne scheikunde. Het presenteerde een consistente kijk op de moderne scheikundige theorie, beschreef in duidelijke termen de wet van behoud van massa, en ontkende het bestaan van phlogiston. Verder maakte Lavoisier het begrip element duidelijk door te stellen dat een element een eenvoudige stof was die met geen enkele analytisch chemische methode kon worden ontleed. Hij maakte ook een theorie die de vorming van scheikundige verbindingen uit de elementen beschreef. Zijn werk omvatte ook een lijst van ca. 50 elementen die hij kende, waaronder zuurstof, stikstof, waterstof, fosfor, kwik, zink en zwavel. Naast deze elementen stonden ook licht en warmte op zijn lijst, omdat hij dacht dat dit materiële substanties waren.
[bewerk] Lavoisier en de politiek
Van groot belang in het leven van Lavoisier was zijn rechtenstudie. Door zijn rechtenstudie was hij zich gaan interesseren in de Franse politiek. Daardoor kreeg hij toen hij 26 jaar oud was werk als agent bij Ferme General, een bedrijfje dat belastingen inde. In dat werk probeerde hij het Franse monetaire systeem en de belastingen te veranderen. In zijn werk voor de overheid nam hij deel aan de ontwikkeling van het metrische stelsel om een uniformiteit in maten en gewichten in heel Frankrijk tot stand te brengen.
[bewerk] Overlijden
Als één van de 28 vooraanstaande belastinginners in Frankrijk werd Lavoisier gezien als een vijand van de revolutie, en in 1794 werd hij als 50-jarige middels de guillotine ter dood gebracht.
De fundamentele bijdragen van Lavoisier tot de scheikunde waren het resultaat van zijn wens om de resultaten van alle experimenten te verklaren met één eenvoudige theorie. Hij toonde een consistent gebruik van kringlopen, gebruikte zijn ontdekkingen over zuurstof om de phlogiston theorie omver te werpen, en ontwikkelde een nieuwe scheikundige nomenclatuur die inhield dat alle zuren zuurstof bevatten. Voor het eerst werd het begrip element systematisch ontwikkeld. De drie of vier elementen uit de klassieke scheikunde werden omgezet in een modern systeem, dat Lavoisier gebruikte om chemische reacties in chemische vergelijkingen om te zetten die de wet van behoud van massa respecteerden.