Autonomie
Van Wikipedia
De term autonomie is afgeleid van het Grieks (auto (zelf) + nomos (wet), autonomos (eigen wetten opleggend)) en beschrijft het vrij zijn van extern bestuur. Het concept wordt teruggevonden in politiek, technisch, filosofisch, geneeskundig en moreel verband. Het verwijst daarbij steeds naar de capaciteit van een rationeel individu of bestuur om eigen verantwoorde beslissingen te nemen. Een goed Nederlands synoniem is zelfbestuur. Het tegenovergestelde van autonoom is heteronoom.
- Politiek/staatsrechtelijk is autonomie de onafhankelijkheid van een staat/regio/gebied/volk van een grotere staat; dit staat er los van of er ook een afscheiding plaats vindt. Het heet ook wel zelfbestuur.
Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zijn bijvoorbeeld veel van de deelstaten min of meer autonoom geworden. In sommige gevallen leidt het streven naar autonomie tot burgeroorlogen of terrorisme.
- Een stroming binnen anti-globalistische, anarchistische en krakerskringen die een parallelle ondergrondse staat en autarkie nastreven: de autonomen.
- In de techniek staat autonomie voor het onafhankelijk zijn van externe energiebronnen en/of besturingssignalen. Een autonome robot is er één die volledig onafhankelijk beweegt en "beslissingen" neemt.
- Autonomie is ook een belangrijk begrip in de ethiek, geneeskunde en medische ethiek. In deze context slaat het op het recht of de mogelijkheid van een mens of patiënt om zelf te bepalen wat er met hem/haar moet gaan gebeuren.
- In de literatuur betekent autonomie dat de schrijvers van bijvoorbeeld gedichten geen verwijzingen meer maken naar de werkelijkheid. Niets duidt meer op de werkelijkheid.