Berengarius I van Friuli
Van Wikipedia
circa 840/5 -924 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Koning van Italië | ||||||
|
||||||
Rooms Keizer | ||||||
|
Berengarius van Friuli (circa 840/845 - Verona, 16 april 924) was markgraaf van Friuli, koning van Italië (888-889, 896-901 en 905-924) en keizer vanaf 916.
Berengarius I stamde van moederszijde van de Karolingen af. Hij was de zoon van Gisela (circa 820-874), een dochter van Lodewijk de Vrome en Eberhard, markgraaf van Friuli (810-866).
Zijn oudere broer Unruoch stierf vroegtijdig en Berengarius volgde hem rond 874 op als markgraaf van Friuli. Daarmee nam hij een sleutelpositie in omdat deze streek grensde aan de Slaven en Magyaren die het Italiaanse schiereiland bedreigden. In 888 slaagde Berengarius erin zich door de adel in Italië uit te laten roepen tot koning, hoewel er zeker andere gegadigden waren voor deze titel. Zijn rivaal Guido van Spoleto trachtte hem de loef af te steken door zich door paus Stephanus VI tot keizer Guido II te laten kronen (891). Deze kroning was tamelijk omstreden omdat Guido bekend stond als een aartsrivaal van de paus. Toch wist Guido vanuit Pavia en Rome als koning en keizer de orde in Italië te herstellen en Berengarius trok zich voorlopig terug. Guido stierf echter in 894 en zijn zoon keizer Lambert kreeg in 898 een ongeval tijdens de jacht. Berengarius keerde daarop terug naar Pavia als koning. Inmiddels was er chaos ontstaan, omdat de eerste invallen van de Magyaren plaatsvonden. Er ontstond twijfel over de geschiktheid van Berengarius als koning om de orde te herstellen. Daarom steunde de adel een andere gegadigde voor de troon, Lodewijk van Provence. Berengarius wist hem echter in 905 te verslaan en stak hem de ogen uit. Lodewijk keerde naar zijn eigen landen terug en regeerde nog twintig jaar als Lodewijk de Blinde.
In januari 915 kroonde paus Johannes X Berengarius na jarenlang gekonkel eindelijk tot keizer in de hoop dat hij dan het hoofd zou bieden aan de Arabische dreiging in het zuiden van Italië. Berengarius keerde echter al spoedig terug naar het noorden, waar Friuli nog steeds bedreigd werd door de Magyaren. Bovendien kwam zijn eigen schoonzoon, de markgraaf van Ivrea, daartoe opgestookt door Rudolf II van Opper-Bourgondië tegen hem in opstand. Berengarius trok zich terug in Verona en moest toezien hoe de Magyaren het land brandschatten. In 924 werd zelfs Pavia geplunderd. Berengarius werd door toedoen van Rudolf II in datzelfde jaar vermoord.
Er is een anoniem geschrift Gesta Berengarii imperatoris dat handelt over de gebeurtenissen van zijn veelbewogen tijd.