Beroepssecundair onderwijs
Van Wikipedia
Beroepssecundair onderwijs meestal afgekort tot BSO, is een onderwijsvorm in het secundair onderwijs in Vlaanderen. Het is een vooral praktische onderwijsvorm, waarin stages en praktijk tot meer dan de helft van het lessenrooster kunnen omvatten. Theoretische vakken dienen hier ter ondersteuning van de praktijk.
In het voltijds beroepssecundair onderwijs vindt men niet enkel jongeren met een praktische aanleg terug die een beroep willen leren, maar ook leerlingen wiens vroegere schoolcarrière - soms al van het lager onderwijs af - gekenmerkt werd door een reeks mislukkingen of leermoeilijkheden. Recente inspanningen die een hervorming van het beroepsonderwijs beogen, zijn gebaseerd op drie principes:
- de voorbereiding van leerlingen op een geïntegreerd sociaal leven;
- het aanleren van een beroep op een realistische en concrete wijze;
- het aanbieden aan de leerlingen van een onderwijstype dat hen zal helpen in de ontwikkeling van hun persoonlijkheid en dat hen toestaat om actieve en verantwoordelijke leden van de samenleving te worden.
Zo worden de theoretische vakken (Nederlands, wiskunde, geschiedenis, ... ) vaak niet meer als afzonderlijk vak aangeboden, maar in een projectgerichte benadering, waarin de deelvaardigheden geïntegreerd worden, beter bekend als PAV, project algemene vakken.
In de eerste graad van het secundair onderwijs volgen deze leerlingen meestal een 2e beroepsvoorbereidend leerjaar, waar ze kennis maken met enkele beroepenvelden. Vanaf de tweede graad kiezen ze hun eigenlijke studierichting. Het BSO leidt naar vele beroepen op, zowel in het industriële domein (autotechniek, lassen, ... ) als in vele andere domeinen: personenzorg, land- en tuinbouw, bouw, voeding, ... Het volledige overzicht vindt men op de website van het ministerie. Als de leerling na het zesde jaar nog een 7e specialisatiejaar volgt, behaalt die niet alleen een bijkomende beroepsbekwaamheid, maar ook het "diploma secundair onderwijs", dat ook toegang verleent tot het hoger onderwijs. Dikwijls worden BSO-studierichtingen aangeboden door scholen die ook TSO inrichten. Zo kunnen zij gebruikmaken van dezelfde infrastructuur of machines, en kunnen leerlingen die in het TSO starten, overstappen naar een aanverwante BSO-studierichting die praktischer is, meestal binnen hetzelfde studiegebied. Zo bijvoorbeeld van TSO-hotel naar BSO-slagerij/bakkerij; of van TSO-handel naar BSO-kantoor; of nog: van TSO hout-en bouwtechnieken naar BSO-houtbewerking.
Leerlingen die school en werk willen combineren, kunnen vanaf 15 jaar overstappen naar het deeltijds beroeps secundair onderwijs (DBSO). Voor enkele studierichtingen (verpleegkunde, plastische kunsten en mode) bestaat er ook nog een vierde graad, dus een 7e, 8e en 9e jaar secundair onderwijs.
Voor Nederland: zie vmbo.