Bijzondere rechtspleging
Van Wikipedia
De Bijzondere Rechtspleging was de rechtspleging die na 6 mei 1945 tot doel had al diegenen te berechten die zich gedurende de Tweede Wereldoorlog schuldig hadden gemaakt aan de overtreding van bepaalde wetsbesluiten.
De betreffende wetsbesluiten en strafbepalingen waren gedurende de Tweede Wereldoorlog voorbereid door de naar Londen uitgeweken ministerraad. Zij beregelden:
- Het buitengewoon strafrecht
- In het buitengewoon strafrecht werden onder meer strafbaar genoemd: misdrijven tegen de veiligheid van de staat (zoals dienstneming bij en hulpverlening aan de Duitsers) en verder misdrijven als moord, doodslag en mishandeling. Strafbaar werd voorts verklaard ieder die een ander in handen van de bezetter had gespeeld.
- De Bijzondere Gerechtshoven
- In Amsterdam, Arnhem, Den Bosch, Den Haag en Leeuwarden werden Bijzondere Gerechtshoven in het leven geroepen, bestaande uit meerdere Kamers van vijf leden elk (drie juristen en twee militairen).
- De Bijzondere Rechtspleging
- Deze beregelde de beroeps- en cassatieprocedures.
- De bijzondere gratieverlening
- Deze bepaalde dat de Kroon gratie kon verlenen.
Naar alle waarschijnlijkheid zijn er omstreeks 150.000 personen (waarvan 3500 ten onrechte) gearresteerd in het kader van de Bijzondere Rechtspleging. Het was gezien dit enorme aantal niet mogelijk al dezen te vervolgen; bijna 90.000 werden daarom in de loop der tijd buiten vervolging gesteld. De Bijzondere Gerechtshoven hebben tegen ruim 14.000 personen (onder wie 242 Duitsers) sententies uitgesproken. [1] Deze 14.000 personen bestonden uit de volgende groepen:
- bestuurders die de nationaalsocialistische beginselen onderschreven
- economische collaborateurs
- mensenjagers
- mishandelaars
- moordenaars
- de NSB-top
- politiefunctionarissen
- propagandisten
- verraders
- wapendragers
Vanaf 1947 vond, in enkele golven, veelvuldig gratiëring plaats. Het gevolg was dat in 1964 de laatste Nederlandse politieke delinquent de gevangenis verliet. Daarna zaten nog slechts de Duitse oorlogsmisdadigers Willy Lages, Franz Fischer, Ferdinand aus der Fünten en Joseph Kotälla vast. Er zijn in totaal 154 doodstraffen uitgesproken waarvan er uiteindelijk 40 zijn voltrokken. Onder andere Anton Mussert en Hanns Albin Rauter zijn voor een vuurpeloton terechtgesteld.
Vooral het gratiebeleid na 1947 heeft er voor gezorgd dat vele oorlogsmisdadigers de doodstraf ontliepen. Tegen de zin van sommige verzetslieden, werden, door de invloed van minister Donker en Koningin Juliana, veel doodstraffen omgezet in een tijdelijke of levenslange gevangenisstraf.
[bewerk] Noten
- ↑ dr. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog: deel 12, Epiloog, eerste helft. 's-Gravenhage, SDU-Uitgeverij, 1988, p. 620