Blauwbilgorgel
Van Wikipedia
De blauwbilgorgel (1943 – ) is een fictief dier.
De blauwbilgorgel werd geboren te Soest. De vader was de Dordtse dichter C. Buddingh' die in sanatorium Zonnegloren werd verpleegd wegens TBC, en toen een Engels kinderverhaal, getiteld bluebillgurgle te lezen kreeg.
De vader van de blauwbilgorgel was een porgel, en de moeder was een porulan - een combinatie die vreemde kinderen oplevert. De blauwbilgorgel is familie van onder meer het kokootje, de jenk, de goudopsneevink, de pommeldoris, en de schommerhannep.
De blauwbilgorgel leeft overdag van korgel, en 's nachts van riep en rimmelrijst. Hij verdeelt zijn tijd tussen wokken, worgelen, en languit in de zon liggen. Bij de laatste activiteit wordt met de knezidon geknoesterd.
De verwachte doodsoorzaak is de schorgel. Tijdens het stervensproces zal de blauwbilgorgel als een kriks ineen schrompelen, tot slechts een blauwe kiezelsteen resteert - een in het dierenrijk tamelijk ongebruikelijke gang van zaken.
Bekende kreten van de blauwbilgorgel zijn onder andere: "raban, raban, raban!" en "rabijst, rabijst, rabijst!".
[bewerk] Literatuur
C.Buddingh' Alle Gorgelrijmen