Brabants volkslied
Van Wikipedia
Het Brabants volkslied is officieel nooit vastgesteld en er bestaat evenmin één algemeen aanvaard lied dat als zodanig dienst doet. De provincie Noord-Brabant is daarmee de enige provincie van Nederland die geen eigen volkslied heeft. De afgelopen jaren is regelmatig de discussie opgelaaid over de vraag of de provincie niet een eigen volkslied moest vaststellen, maar men kon het tot nu toe niet eens worden over welk lied dat zou moeten zijn.
De twee bekendste bestaande liedjes die hiervoor in aanmerking zouden komen zijn het Lied van Hertog Jan en het Brabantsch volkslied. Het Lied van Hertog Jan is een bekend Brabants volksliedje, dat in 1947 door Harrie Beex werd geschreven en door Floris van de Putt op muziek is gezet. Het is een loflied op Jan I, Hertog van Brabant (1235-1294). Het Brabantsch Volkslied werd gecomponeerd en gezongen in 1929 door de vooroorlogse cabaretier August de Laat op een tekst van Willem van Mook. Er heeft ook nog een tijdje een discussie bestaan of het lied 'Brabant' van Guus Meeuwis het volkslied van Brabant zou kunnen zijn. Dit lied werd echter niet geschikt bevonden vanwege de zin 'was men maar op Brabant zo trots als een Fries'; waarin gesuggereerd wordt dat men niet trots op Brabant zou zijn. Echter, de "zanger" van het lied, (het lied staat in de ik-vorm) heeft duidelijk een sterk eergevoel tegenover Brabant dus dit argument houdt niet geheel steek.
Ter gelegenheid van de viering van het 900-jarig bestaan van hertogdom Brabant zal de commissaris van de koningin Hanja Maij-Weggen op 7 maart 2007, gelijktijdig met de verkiezingen voor Provinciale Staten, de Brabantse bevolking drie keuzes voorleggen. Zij kunnen kiezen uit 'Het leven is goed in het Brabantse land', 'Hertog Jan van Brabant' (Lied van Hertog Jan) en 'Brabant' van Guus Meeuwis. Echter, op 24 november 2006 werd bekend gemaakt, dat de Brabantse bevolking niet veel voelt voor een Brabants volkslied.
Inhoud |
[bewerk] Lied van Hertog Jan
Tekst: Harrie Beex
Muziek: Floris van de Putt
- Toen den Hertog Jan kwam varen
- Te peerd parmant al triumfant.
- Na zevenhonderd jaren,
- Hoe zong men t' allen kant:
- Harba lorifa, zong de Hertog,
- Harba lorifa.
- Na zevenhonderd jaren
- In dit edel Brabants land.
- Hij kwam van over 't water:
- Den Scheldevloed, aan wal te voet,
- t' Antwerpen op de straten
- Zilver veren op zijn hoed
- Harba lorifa, zong den Hertog,
- Harba lorifa.
- t' Antwerpen op de straten,
- Lere leerzen aan zien voet.
- Och, Turnhout, stedeke schone,
- Zijn uw ruitjes groen, maar uw hertjes koen,
- Laat den Hertog binnenkomen
- In dit zomers vrolijk seizoen.
- Harba lorifa, zong den Hertog,
- Harba lorifa,
- Laat den Hertog binnenkomen,
- Hij heeft een peerd van doen.
- Hij heeft een peerd gekregen
- Een schoon wit peerd, een schimmelpeerd,
- Daar is hij opgestegen,
- Dien ridder onverveerd.
- Harba lorifa, zong den hertog,
- Harba lorifa,
- Daar is hij opgestegen
- En hij reed naar Valkensweerd.
- In Valkensweerd daar zaten,
- Al in de kast, de zilverkast,
- De guldekoning zijn platen,
- Die wierden aaneengelast.
- Harba lorifa, zong den Hertog,
- Harba lorifa,
- De guldekoning zijn platen,
- Toen had hij een harnas.
- Rooise boeren, komt naar buiten,
- Met de grote trom, met de kleine trom,
- Trompetten en cornetten en de fluiten
- In dit Brabants hertogdom.
- Harba lorifa, zong den Hertog,
- Harba lorifa,
- Trompetten en cornetten
- ende fluiten Indit Brabants hertogdom.
- Wij reden allemaal samen,
- Op Oirschot aan, door een kanidasselaan,
- En Jan riep: 'In Gods name!
- Hier heb ik meer gestaan.'
- Harba lorifa, zong den Hertog,
- Harba lorifa
- En Jan riep 'In Gods name!
- Reikt mij mijn standaard aan.'
- De standaard was de gouwe,
- Die waaide dan, die draaide dan,
- Die droeg de leeuw met klauwen
- Wij zongen alleman
- Harba lorifa, zong den Hertog,
- Harba lorifa
- Die droeg de leeuw met klauwen
- Ja de leeuw van Hertog Jan'
- Hij is in Den Bosch gekomen,
- al in de nacht, en niemand zag't
- En op de Sint Jan geklommen
- Daar ging hij staan op wacht.'
- Harba lorifa, zong den Hertog,
- Harba lorifa
- En op de Sint Jan geklommen
- Daar staat hij dag en nacht!'
[bewerk] Brabantsch volkslied
Tekst: Willem van Mook
Muziek: August de Laat
- Waar de luchten wijder worden,
- 't Waterland in bos vergaat
- En de schone paarse heide
- Eenzaam stil te bloeien staat,
- Waar de dennen vrolijk jub'len,
- 't Zonlicht fel door d'akkers slaat,
- Daar is mijn Brabant, lief vaderland,
- Daar is mijn Brabant, lief vaderland.
- Waar een volk van stoere eenvoud,
- Trouw aan God en trouw aan 't land,
- Vreedzaam voor een schaam'le bete
- Wroet en werkt in 't schrale zand,
- Waarin plicht, vreugd bleef behouden,
- Lach en luim de kroon nog spant,
- Daar is mijn Brabant, lief vaderland,
- Daar is mijn Brabant, lief vaderland.
- Waar naast ranke torenspitsen
- Zwarte schouwen, roetbelaân,
- Als twee tekenen van vrede
- Hoog in donk're luchten staan,
- Waar in soberheid en arbeid
- Alle standen samengaan,
- Daar is mijn Brabant, lief vaderland,
- Daar is mijn Brabant, lief vaderland.
[bewerk] Externe links
[bewerk] Websites
- Overzicht van alle liedjes die in aanmerking komen op www.volksliedarchief.nl incl. muziek en partituur
- beperkte aanvullende informatie te vinden op de VUB Codex-site
[bewerk] Media
![]() |
Meer bronnen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Brabants volkslied op de Nederlandstalige Wikisource. |