Californische tijgersalamander
Van Wikipedia
Californische tijgersalamander IUCN-status: Kwetsbaar[1] |
|||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Ambystoma californiense Gray, 1853 |
De Californische tijgersalamander (Ambystoma californiense) is een tot 24 centimeter lange salamander uit de familie molsalamanders (Ambystomatidae).
Inhoud |
[bewerk] Beschrijving
De kleur lijkt veel op die van de inheemse vuursalamander (Salamandra salamandra), vanwege de zwarte basiskleur en de heldergele vlekken, maar de vlekken zijn bij deze soort vrijwel rond of juist streepachtig en meestal niet dichtverspreid. De salamander heeft een stompe kop, rond lichaam en iets zijdelings afgeplatte staart, de gifklieren zijn duidelijk zichtbaar. De ogen zijn klein en kraalachtig maar puilen wat uit en zijn goed te zien, de tenen hebben vaak vele kleine vlekjes waardoor ze erg opvallen.
[bewerk] Algemeen
De Californische tijgersalamander komt voor in de Verenigde Staten in de staat Californië, en leeft in grassige biotopen als savannen, graslanden en bosranden. Het dier zoekt de vochtige plaatsen op, tussen de onderste vegetatielaag of tussen mos en bladeren, waar ze jagen op kleine ongewervelden zoals insecten en wormen. De salamander is een opportunistische soort die de meeste tijd verstopt zit in kleine holletjes van andere dieren of onder stenen en bladeren. Het gif dat wordt uitscheiden is dan ook waarschijnlijk bedoeld om kleine knaagdieren mee op afstand te houden dan tegen echte vijanden zoals grote kikkers. Alleen bij vochtig weer wordt er gejaagd, en alleen tijdens de paartijd wordt de salamander wel eens in drogere omstandigheden aangetroffen als hij naar het water trekt. Gedurende deze tijd zijn is het dier gevoelig voor zowel uitdroging als overhitting.
[bewerk] Voortplanting en status
De paartijd begint in december en eindigt in maart, en deze salamanders komen alleen tevoorschijn om te paren als het geregend heeft, maar dan komen ze ook massaal uit de schuilplaatsen. De eitjes worden liefst gelegd in tijdelijke poelen waar de larven geen grote vijanden als vissen hebben, maar worden ook wel in permanente wateren gelegd. De larven ontwikkelen zich beduidend langzamer dan die van veel andere soorten, en worden ook groter. Deze soort gaat in aantal achteruit doordat de landbouw en de daarmee gepaard gaande landschapsverandering de mogelijke biotopen van deze salamander drastisch heeft verkleind.