Colchische esdoorn
Van Wikipedia
Colchische esdoorn | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() |
|||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Acer cappadocicum |
De Colchische esdoorn is afkomstig uit de Himalaya en Klein-Azië. De botanische naam is Acer cappadocicum; synoniemen zijn Acer laetum, Acer colchicum en Acer lobelii. In Italië komt rond de Golf van Napels de ondersoort Acer cappadocicum subsp. lobelii voor.
Inhoud |
[bewerk] Beschrijving
In zijn vaderland wordt hij tot 30 m hoog, hier tot 15 m. De boom heeft een voorkeur voor humusrijke, zure grond.
Hij heeft een grijze bast, donkergroene twijgen en knoppen. De bladeren zijn 5- tot 7-lobbig en glanzend groen. Ze worden 8 tot 14 cm groot. De 5 tot 7 cm brede, driehoekige lobben zijn lang toegespitst en niet getand. De 5 tot 10 cm lange bladsteel bevat melksap. De groengele bloemen verschijnen tegelijk met het blad. Hij bloeit begin mei in rechtopstaande, 6 cm lange tuilen. De vruchtvleugels staan in een stompe hoek. In Nederland worden alleen de cultivars aangeplant.
[bewerk] Cultivars
Acer cappadocicum 'Aureum'
- Heeft in de lente en de herfst goudgele bladeren.
Acer cappadocicum 'Rubrum'
- De jonge bladeren zijn eerst rood, daarna groen. Ook de twijgen zijn rood.
[bewerk] Vermeerdering
De cultivars worden vegetatief vermeerderd door oculeren op zaailingen van dezelfde soort of door afleggers of zomerstek.
[bewerk] Ziekten
De Colchische esdoorn kan aangetast worden door meeldauw (Uncinula bicornis) en luizen.