Conodonta
Van Wikipedia
Conodonta | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||
|
|||||||||
Onderklasse | |||||||||
Conodonta |
|||||||||
Ordes | |||||||||
Promissum (soort) |
De Conodonta waren een groep in zee levende dieren, die waarschijnlijk aan het eind van het Trias zijn uitgestorven.
Het is lang niet duidelijk geweest waartoe deze dieren behoorden, omdat er alleen maar een soort tandjes van gevonden werden, maar in 2001 beschreven Sweet en Donoghue een fossiel van het hele diertje (Clydagnathus), daarbij inbegrepen resten van de weke delen van het lichaam. Het had een duidelijke notochord (ruggengraat) en waarschijnlijk zelfs ruggenwervels. Zij deelden het daarom in bij de Vertebrata. Conodonten bleken een vrij langgerekt lichaam te hebben dat eindigde in een duidelijke staartvin en aan de kop zat het onmiskenbare kauwapparaat van de conodont.
De 'tanden' waren al erg lang bekend. Zij komen zelfs in grote hoeveelheden voor en worden in de petrochemische industrie bij de speurtocht naar olie als gidsfossielen gebruikt. Conodonten zijn bekend van het midden-Cambrium tot de late Trias, mogelijk de vroege Jura, en hun vormenrijkdom en algemeen voorkomen (bij tienduizenden tegelijk) maakt het gemakkelijk de ouderdom van een aardlaag vrij snel bij benadering vast te stellen. Hoewel al in 1856 door Pander was gesuggereerd dat de tanden van visachtige dieren waren, werd toch eerder aangenomen dat het overblijfselen van een wormachtig dier waren. De vondst van Sweet en Donogue baarde dan ook vrij veel opzien.
Er is nog wel enige onzekerheid over de grote 'ogen' aan het einde van de kop. Deze structuren werden door Sweet en Donohue inderdaad als ogen geïnterpreteerd, maar sommige onderzoekers menen dat de eigenlijke ogen veel kleiner zijn en de uitpuiling aan de kop een onderdeel van het mondstelsel is.
Het harde deel van dat apparaat bestaat uit een aantal onderdelen. Er zijn een aantal paren S-elementen, die er uitzien als een staafje met tanden erop. De paren worden genummerd S1 tot S5, zij zijn spiegelbeeldig gerangschikt om het enkele element S0. Daarnaast is er nog een paar M-elementen aan de zijkant van de mond en een paar stevige P-elementen die waarschijnlijk de keel van het dier vormden. Al deze raspachtige elementen tezamen vormden een soort grijp- en raspsysteem en de tanden op de rasp pasten waarschijnlijk op een bepaalde manier in elkaar, omdat zij ook op een bepaalde manier afslijten.