De Munt (Tegelen)
Van Wikipedia
De Munt was een kasteel in Tegelen en is heden een klooster.
Inhoud |
[bewerk] Ontstaansgeschiedenis
In de vroege Middeleeuwen werd door het Frankische Rijk een momboir, ofwel voogd, aangesteld voor de Mulgouw, destijds de naam voor het gebied tussen de Maas en de Rijn, waarin o.a. de plaatsen Tegelen en Belfeld lagen. Degene die het momberschap (de voogdij) uitoefende werd de momber genoemd. Deze momber bestuurde de streek namens de Frankische koningen. Het momberschap werd verlatijnst tot mundebordium of mundium. De burcht waarin de momber woonde werd ook Mundium, en later Munt genoemd. Het kasteel lag op een verhoogde heuvel, een zogenaamde motte, en was door grachten omgeven.
[bewerk] Heerlijkheid De Munt
Rond het jaar 900 werden de mombers zelfstandige heren in plaats van beheerders en werd de Munt een heerlijkheid. De Tegelse heren waren verwant aan de graven van Gulik en Kessel, en dus van oude Frankische adel. In hun familiewapen staat dan ook de leeuw van Gulik.
[bewerk] Gulik
Rond 1330 werd Tegelen deel van het vorstendom Gulik. Vanaf die tijd werd Tegelen bestuurd vanuit Brüggen en was het gedaan met de macht van kasteel de Munt. Het kasteel werd nog een tijd bewoond en was in die tijd bekend onder de namen Bongaertshoff en de Bongart. In de 17e eeuw brandde het kasteel uit, waarna het verviel tot een ruïne. De motte is later afgegraven, maar de waterput heeft er nog een tijd gestaan. Omdat de kunstmatige heuvel waarop de put lag was afgegraven, leek de put net een fabrieksschoorsteen.
[bewerk] Priorij Nazareth
Het huidige gebouw Priorij Nazareth (in de volksmond "De Oude Munt") is een bakstenen kasteelboerderij met zadeldak uit 1697 met gezwenkte gevels, waartegen in de 18e eeuw een woonvleugel met mansardedak werd opgetrokken. Het gebouw ligt ten zuiden van de plaats waar het oorspronkelijke kasteel stond. Nadat de Duitse zusters Benedictinessen van het Heilige Sacrament zich in 1875 hier hadden gevestigd werd een jaar later een uitbreiding gerealiseerd aan de zuidwestzijde. Het klooster werd in 1882 verder uitgebreid met een kerk en een oostvleugel, in 1890 met een westvleugel en in 1900 met een toren en een ommuring. In 1934-1935 volgde nog een uitbreiding. Het gebouw is een Rijksmonument (Rijksmonument nr. 34983).