De Smet de Naeyerbruggen
Van Wikipedia
De de Smet de Naeyerbrug ligt zo'n 300 meter ten zuiden van het station van Oostende.
Dit bruggencomplex werd gebouwd, onder impuls van Leopold II, tussen 1903 en 1905 naar plannen van Alban Chambon (1847-1928), ontwerper van de schouwburg en de Kursaal van Oostende. Ze waren het sluitstuk van de uitbreiding van de haven van Oostende. Tevens was het een ontsluitingsweg voor de kustbaan van De Panne naar Knokke
Ze werden officieel in gebruik genomen in 1905 in aanwezigheid van Leopold II en Graaf Paul de Smet de Naeyer, toenmalig minister van Financiën en Openbare Werken.
Het is een groot bruggencomplex, bestaande uit twee delen. Het eerste deel bestaat uit een vaste krukbrug over de treinsporen, een vast gedeelte over een vroeger afvoerkanaal naar Brugge en een overbrugging van de Slachthuiskaai. Het tweede gedeelte is een draaibrug aan de zeesluis Demey (gebouwd in 1902-1903) dat het vlotdok overspant.
In de volksmond is het imposant lange bouwwerk beter bekend als de "Tettenbrug". Voor de Eerste Wereldoorlog was de hoge pijlers van deze brug versierd met grote bronzen engelenbeelden met blote borsten van de hand van de beeldhouwers Karel de Kesel (1849-1922) en Julien Dillens (1849-1904). De beelden, evenals de bronzen leeuwen die de spoorwegbrug versierden, werden in WOI door de bezetter weggenomen om ze te om te smelten tot wapentuig.
De brug werd tot beschermd monument verklaard op 22 september 1981. In 2002 werd de brug afgesloten voor het verkeer, omdat het doorgaand verkeer van de kustbaan een zware belasting vormde in het stadscentrum. Het dient nu als parking.