Diefstal

Van Wikipedia

Diefstal is het wegnemen van enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen (art. 310 Nederlands Wetboek van Strafrecht). Wie een diefstal pleegt, is een dief. Een vrouwelijke dief wordt een dievegge genoemd.

Met de term "enig goed" kan ook stroom worden bedoeld. Wie dus illegaal stroom aftapt, steelt dus ook hier "enig goed" volgens de Nederlandse Jurisprudentie.

Hij die een zaak die hem niet toebehoort, bedrieglijk wegneemt, is schuldig aan diefstal (art. 310 Wetboek van Strafrecht (Nederland) en art. 461 Belgisch Strafwetboek).

Was de persoon reeds toegestaan om houder van het goed te zijn, bij lening of huur bijvoorbeeld, en besloot deze het niet aan de eigenaar terug te geven, dan is sprake van verduistering. Verduistering kan ook plaatsvinden indien men voor zijn of haar beroep de goederen toevertrouwd wordt en het later alsnog wederrechtelijk toe-eigent. In zo'n geval spreekt men over het misdrijf van verduistering in dienstbetrekking. Dit is een gekwalificeerd misdrijf en wordt daarom ook strenger bestraft.

Andere gekwalificeerde vormen van diefstal zijn: diefstal met geweldpleging of bedreiging (bijvoorbeeld een gewapende roofoverval, ook het tonen van een wapen of een nepwapen valt daaronder), diefstal die verwonding of dood tot gevolg heeft, doodslag gepleegd om diefstal te vergemakkelijken, diefstal van vee uit de weiden, diefstal met twee of meer personen, diefstal bij gelegenheid van brand, explosie, watersnood, schipbreuk, spoorwegongeval, oproer, muiterij of oorlogsnood, diefstal waarbij men de toegang heeft verkregen door middel van braak, verbreking, inklimming, valse sleutels, valse order en valse kostuum (uniform). (Waarbij moet worden opgemerkt dat inklimming juridisch niet het zelfde is als insluiping). In België (en in Nederland) kan ook het plegen van diefstal bij nacht of met een vluchtvoertuig een verzwarende omstandigheid uitmaken.

Afpersing wordt gelijkgesteld met diefstal met geweld of bedreiging.

Het verschil in de Nederlandse wet tussen diefstal met geweldpleging en afpersing is, dat bij afpersing het slachtoffer onder bedreiging zijn goederen afgeeft, en bij diefstal met geweldpleging neemt de dief het goed zelf weg. Het verschil zit hem dus in de handeling.

Wanneer een door diefstal verkregen zaak aan een ander wordt doorverkocht, dan maakt de koper van het gestolen goed zich schuldig aan heling.

Het werkwoord, voor wanneer iemand diefstal begaat, is stelen. Het achtste gebod in de Decaloog. Zie daarvoor de Hebreeuwse Bijbel : Gij zult niet stelen.

[bewerk] Trivia

Iemand die alleen spullen van weinig waarde steelt wordt een kruimeldief genoemd.
Iemand die door charme in figuurlijke zin de harten van anderen steelt is een hartendief. Meestal wordt deze term positief gebruikt. Het is in Nederland niet strafbaar om een hartendief te zijn.