Dressuur
Van Wikipedia
Klassering | |
B | Beginner |
L | Lichtzwaar |
L1 en L2 | |
M | Middelzwaar |
M1 en M2 | |
Z | Zwaar |
Z1 en Z2 |
De dressuur is de gymnastische basis van de paardensport. Het beheersen van de basisdressuur wordt over het algemeen gezien als een voorwaarde voor het beoefenen van andere disciplines binnen de paardensport, wat zich ook uit in het feit dat er minimaal één winstpunt nodig is in de dressuur, voordat men mee mag doen aan springwedstrijden.
Landen die sterk in de discipline dressuur zijn, zijn Nederland, Duitsland, Spanje, Verenigde Staten en Frankrijk. De huidige wereldwijde nummer 1 dressuurruiter/amazone is de Nederlandse amazone Anky van Grunsven. De eveneens Nederlandse en tevens leerling van Anky van Grunsven, Edward Gal, is de nummer 2 op de wereldranglijst. Deze lijst wordt bijgehouden door BCM en het FEI samen, onder de naam Dressage Riders' World Rankings List.
Het Nederlandse KWPN-paard wordt gezien als een van de beste dressuurstamboeken (eveneens hoog aangeschreven als springstamboek) ter wereld.
[bewerk] Nederlandse wedstrijden
Dressuur betekent eigenlijk het gymnastiseren en het gehoorzaam maken van het paard door de ruiter. Daarmee is het de basis van alle andere ruitersporten - maar dressuur in zichzelf kan ook zeer de moeite van het beoefenen waard zijn. Een paard is niet gebouwd om een mens te dragen en de eerste opdracht voor een ruiter is dan ook: 'niet je paard in de weg zitten'. Als dat gaat lukken, wordt het: 'maak het je paard makkelijker om jou te dragen'. Dat wil zeggen: dat het paard zijn achterbenen verder onder de massa brengt. Dat zie je aan de ruimere passen, maar er hoort ook bij, dat de buikspieren actief zijn en het bekken kantelt. Hierdoor komt het zwaartepunt van paard wat naar achter en gaat meer samenvallen met het zwaartepunt van de ruiter. Bij een jong paard of een onervaren ruiter ligt dat zwaartepunt ongemakkelijk dicht bij de voorbenen. Een paard kan daardoor moelijk wenden of van tempo veranderen. (Helaas wordt dat nog wel eens aangemerkt als 'ongehoorzaamheid', maar het dier kan er weinig aan veranderen...) Naarmate een paard de achterbenen meer onder de massa brengt, wordt ook de bovenzijde van het paard wat boller. Dat zit prettiger (zowel voor ruiter als paard) en de hals gaat een soort kwart cirkel (de 'krul') vormen.
Bij dressuurwedstrijden in Nederland beoordeelt een jury de mate van gymnastisering en beheersing van het paard. Voor wat betreft de basissport (breedtesport) gebeurt dat in vier primaire klassen, zoals hiernaast weergeven staat.
In een dressuurproef van de B tot en met de M2 kunnen maximaal 300 punten behaald worden, in 30 handelingen, deze punten worden onderverdeeld in de zogenaamde 'winstpunten'. Met tien winstpunten kun je naar de volgende klasse. Deze proeven worden gereden in een 20x40 rijbaan. In de Z1 en de Z2 is dit aantal 340 punten, in 34 handelingen. Deze zware proeven worden officieel gereden in een 20x60 rijbaan, maar waar de accommodatie het niet toelaat kan er ook gereden worden in een 20x40 rijbaan, met speciaal daarvoor aangepaste proeven. In de proeven geeft de jury per handeling een cijfer variërend van 0 tot 10. 0 staat voor niet uitgevoerd en een 10 voor uitmuntend, deze wordt echter zelden gegeven, zelfs niet aan topsporters.
De Nederlandse sportfederatie voor de paardensport is de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatieafgekort KNHS. Vrijwel alle wedstrijden worden onder de regels van deze federatie gereden, maar er zijn ook zogenaamde onderlinge wedstrijden, meestal van één of enkele verenigingen. Deze wdestrijden vallen als zij officieel en in manege verband gereden worden onder de Federatie Nederlandse Rijscholen afgekort FNRS.Er zijn voor deze wedstrijden is een naslagwerk "verantwoord paardrijden" waarin proeven zijn opgenomen van dressuur, caprilli (begin van springen) en western. Let wel dit zijn beginnentjes van de net genoemde takken van de sport. De dressuur proven bestaan uit proef A en B en lopen van F1 t/m F20, de caprilli proeven zijn C1 t/m C4 en de western proeven van W1 t/m W10. Bij de jurering wordt meer op de ruiter i.p.v. de combinatie gelet, want de combinatie bestaat uit een manegepaard en manegeruiter. Er wordt dan vooral gelet op de correctheid van de hulpen van de ruiter, het paard hoeft het dan niet per sè te doen als de hulpen maar correct gegeven zijn. Je moet tonen dat je meerdere keren iets probeert en als dat dan niet lukt en je doet het goed krijg je evengoed nog een gedeelte van de punten. Het minimale punten aantal van zo'n wedstrijd om de proef te halen zijn 210. Er wordt bij deze onderlinge wedstrijden gereden onder het reglement van het KNHS, omdat deze algemeen aanvaard zijn.
{{{afb_links}}} | Zie ook: | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
Portaal Sport · Categorie:Sport · Sport van A tot Z · In het nieuws - Sport · Sport · Paardensport |