Duits kiessysteem
Van Wikipedia
Inhoud |
[bewerk] Bondsdag
Het kiessysteem voor de Duitse Bondsdag is in basis een systeem van evenredige vertegenwoordiging met een kiesdrempel van 5%, echter met elementen van een districtenstelsel toegevoegd.
Elke stemgerechtigde heeft twee stemmen. De eerste stem is voor een specifieke kandidaat in het eigen district, de tweede voor een (meestal nationale) partij. Van ieder district krijgt de persoon met de meeste Erststimmen ('eerste stemmen') een zetel (dit heet een Direktmandat). Het aantal districten is zodanig dat de helft van het beschikbare aantal zetels zo verdeeld wordt.
Op basis van het aantal 'Zweitstimmen' krijgen vervolgens alle partijen een aantal zetels volgens evenredige vertegenwoordiging, die per partij dan weer volgens evenredige vertegenwoordiging over de deelstaten worden verdeeld. Hiervan worden de reeds verkregen Direktmandaten afgetrokken. Soms komt het voor dat een partij in een staat meer directe mandaten heeft gekregen dan de partij volgens de Zweitstimme zou hebben gekregen in die staat. In dat geval worden de extra zetels als extra zetels aan de Bondsdag toegevoegd. In 1998 waren er 13 dergelijke overhangmandaten (Duits: Überhangmandate); in 2002 waren het er 5, 4 voor de SPD en 1 voor de CDU.
De kiesdrempel van 5% moet over het gehele land worden bereikt. Als een partij 3 Direktmandate heeft, geldt dat echter ook als voldoende voor het behalen van de kiesdrempel. Hoewel in het algemeen alleen de grote partijen (SPD en CDU/CSU) de Direktmandate krijgen, was dit de redding voor de PDS, die in 1994 op deze wijze de Bondsdag haalde. In 1998 haalde de partij de kiesdrempel wel, maar in 2002 werd deze weer niet gehaald, en zakte ook het aantal directe zetels tot 2, zodat alleen die twee kandidaten de partij in de Bondsdag vertegenwoordigen tot de verkiezingen van 2005.
[bewerk] Deelstaatparlementen (Landtage)
De verkiezingen voor de deelstaten gaan op principieel dezelfde wijze, al zijn er soms afwijkende regels. Zo krijgt in Sleeswijk-Holstein de partij van de Deenstalige minderheid gegarandeerd haar zetels in het deelstaatparlement, ook al wordt de 5% niet gehaald.
[bewerk] Lokale raden
Voor de lokale verkiezingen (district en gemeente) wordt meestal geen kiesdrempel toegepast. Toch zijn er een paar deelstaten waar wel een drempel gehanteerd wordt. Zo past Rijnland-Palts voor de districts- en gemeenteraadsverkiezingen een kiesdrempel van 3% toe.
[bewerk] Problemen
Een probleem met het systeem is dat het kan voorkomen dat een partij met minder stemmen meer zetels kan krijgen. Het kan zijn dat een partij als die in een deelstaat minder stemmen krijgt, daardoor niet in zetelaantal achteruitgaat, maar er wel een zetel van de partij van die deelstaat naar een andere gaat. Als in dat geval de 'verloren' zetel vanwege het bestaan of ontstaan van een overhangmandaat toch behouden blijft, kan de partij dus een zetel extra krijgen.
[bewerk] Zie ook