Enteren
Van Wikipedia
Enteren is een benaming voor het illegaal betreden van andere schepen. Vooral piraten, zeerovers en kapers deden veelvuldig aan enteren. Nu heet het illegaal betreden van een schip, poging tot inbraak en diefstal, wat natuurlijk strafbaar is. Enteren bestaat niet meer, maar de federale zee- en rivierpolitie mogen wel een verdacht of gezocht schip praaien en "enteren" ter controle. Meestal is het om drugs, illegalen of verstekelingen op te sporen. Als het schip niet in orde is, met zijn boordpapieren of het niet betalen van lig- en havengelden, wordt het schip in beslag genomen en leggen het aan de "ketting", aan de kade of midden in een havendok voor anker.
[bewerk] Werkwijze
Eerst bestookten ze de tegenstander, en die kon méér bewapening hebben dan zijzelf, met hun scheepskanonnen. Hun schepen waren meestal kleiner, sneller en wendbaarder. Bijna altijd kregen de schepen het van elkaars geschut zwaar te verduren. Piraten moesten het vooral hebben door hun tegenstanders te enteren, alvorens ze uit te schakelen. Stoutmoedig als ze waren, kwamen de aanvallers langzij het andere schip gevaren en gooiden hun enterhaken om te voorkomen dat de schepen uit elkaar gingen drijven. Dit ging gepaard met het beschieten naar elkaar met geweren en pistolen, totdat de piraten of kapers aan boord konden springen van hun tegenstanders. Dan ging men elkaar te lijf met sabels en scheepsbijlen.
Kapers vielen alleen de vijandelijke schepen aan, die in oorlog waren met hun land. Kapers waren meestal niet zo medogenloos als piraten en stelden zich soms ridderlijk en fair op tegenover hun verslagen vijand. Soms ook werden belangrijke slachtoffers meegenomen voor losgeld. Het veroverde schip en de buit werd triomfantelijk meegevoerd naar hun roversnest of naar hun haven. Het buitgemaakte schip bracht dan een prijzengeld op. Dan repareerden en tuigden de zeerover en kapers hun schepen terug op voor de volgende vaart. De Spaanse Armada in de 16e en 17e eeuw werden op die manier aangevallen. Kaapvaart bleef bestaan tot het begin van de 19e eeuw. Eén van de laatste grote kapers was Robert Surcouf (1773-1827).