Flora (aardewerkfabriek)
Van Wikipedia
Flora was een van oorsprong Goudse fabriek van plateel, die heeft bestaan van 1945 tot 1996. Een voorloper van deze fabriek werd in 1938 opgericht. Pas in het jaar 1945 werd het bestaan officieel. De fabriek werd opgericht door vader Frans Eikenboom Sr.(1881-1966) en zijn zoon Peter Antonius Eikenboom Sr.(1907-1981). In 1960 kwamen kleinzonen Franciscus Eikenboom (1933) en Peter Antonius Eikenboom Jr. (1939-2005) in de zaak.
Inhoud |
[bewerk] Het hoogtepunt
In de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw werd Flora al spoedig een toonaangevende producent van sier- en gebruiksaardewerk. De min of meer abstracte decors op schalen, vazen, borden, e.d. verbaasden klant, handelaar en concurrent. Flora werd zelfs een belangrijke beeldbepaler van de jaren vijftig en zestig met decors als Capri, Record, Lente, Elite en Hawai. Op de markt waren deze Floraproducten qua prijs en ontwerp gepositioneerd tussen de HEMA en design.
[bewerk] In moeilijkheden
Door de veranderende smaak van de consument en het mindere belang dat hij ging hechten aan een fraai servies of interessant sierplateel, maar ook door de groeiende internationale concurrentie, raakten Nederlandse aardewerkfabrieken zoals Flora in moeilijkheden. Flora trachtte de steeds diverser wordende vraag van de consument te volgen door het produceren van steeds nieuwe vormen en decors. Voor nieuwe ontwerpen werden kunstenaars van naam en faam aangetrokken, zoals de Duitse prof. Karl Friedberg.
[bewerk] Van ambacht naar massaproductie
In 1974 ging Flora over van de familie Eikenboom naar International Citrus Products, die de fabriek economisch en logistiek reorganiseerde. Tot de jaren zeventig was bijna al het aardewerk van Flora met de hand geschilderd. In de jaren zeventig begon Flora met traditionelere decors die niet meer met de hand werden geschilderd, maar via onderglazuur-transfers op het plateel werden aangebracht.
Aan het einde van de jaren zeventig was een grondige modernisering van het bedrijf onafwendbaar. Het productiepoces moest doelmatiger worden opgezet en modernere keramische technieken moesten worden ingevoerd. Daarvoor was in Gouda geen ruimte en bovendien niet voldoende betaalbaar, keramisch geschoold en ervaren personeel. Men besloot te verhuizen naar Hardenberg in Overijssel, waar met overheidssubsidie, in 1980, een nieuwe fabriek werd gebouwd, de modernste fabriek van keramiek in Nederland. Ook was er in Overijssel voldoende betaalbaar personeel te vinden, dat niet zo goed keramisch geschoold hoefde te zijn als in Gouda. Ambachtelijke en artistieke productiemethoden werden immers vervangen door gestandaardiseerde fabricage, gericht op massaproductie.
[bewerk] Vernieuwend design
Deze massaproductie leverde producten van minder artistieke kwaliteit en leverde bovendien weinig winst. Halverwege de jaren tachtig keerde bij Flora het kunstzinnige tij. Met jonge, veelbelovende keramiek-kunstenaars, zoals Jeroen Bechtold (1953), Pauline Wiertz (1955), Cees Christiaans (1956) en Dorothé van Agthoven (1950), haalde Flora vernieuwende creativiteit in huis. Maar Flora wist ook de gerenommeeerde glaskunstenaar Floris Meydam (1919) uit Leerdam te contracteren. Daardoor maakte Flora tot in de jaren negentig nog steeds spraakmakend keramisch design.
Begin jaren negentig werd de keramiekfabriek Goedewaagen in Nieuw Buinen (oorspronkelijk ook een Goudse plateelfabriek) de moedermaatschappij van Flora. Door de economische recessie moest de fabriek in Hardenberg de deuren sluiten en werd de productie van het plateel van Flora verplaatst naar de fabriek in Nieuw Buinen. Echter, in 1996 moest Goedewaagen - als gevolg van de tegenvallende vraag - de productie van het Flora-design alsnog stoppen.