Frederik August Stoett
Van Wikipedia
Frederik August Stoett (Leeuwarden, 5 mei 1896 - Nijmegen, 27 april 1936) is een Nederlands letterkundige. Zijn vader was in Leeuwarden gemeente-architect.
[bewerk] Biografie
Stoett bezocht eerst in Leeuwarden het gymnasium, en studeerde daarna in Leiden (vanaf september 1883). Hij promoveerde in de Nederlandse letteren op 15 juni 1889. Hij was vanaf 1888 leraar aan het Stedelijk Gymnasium te Amsterdam, het latere Barlaeus Gymnasium.
Stoett trouwde op 23 juli 1889 in Leeuwarden met mejuffrouw P. van Driesum, die ook uit Leeuwarden afkomstig was. Het echtpaar kreeg een zoon en twee dochters. De beide meisjes stierven in 1904 aan blindedarmontsteking, ze waren toen zes en acht jaar. Zijn vrouw overleed, na vreselijk lijden, in 1926. Na zijn emeritaat woonde Stoett in Groesbeek.
Naast zijn werk als leraar wijdde Stoett zich aan de wetenschap rond de Nederlandse taal. Het bekendst is hij geworden met zijn boek over Nederlandse spreekwoorden.
Stoett is begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats te Amsterdam.
[bewerk] Werken
- Proefschrift: Proeve eener beknopte Middelnederlandsche Syntaxis (handelstitel [[Beknopte middelnedederlandsche spraakkunst. Syntaxis, 's-Grav. 1889
- Etymologie behorende bij zijn proefschrift, augustus 1890
- Voltooiing van het Dr. G. Penon gestarte Glossarium op de Bloemlezing uit Middelnederlandsche dichters, met Eelcoo Verwijs, Zutphen 1890. Als titel wordt ook wel gebruikt Middelnederlandsch Woordenboek.
- Nieuwe uitgave van Sidrac
- Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1901). Met dit boek werd Stoett vooral bekend onder het grote publiek.
- Drie Kluchten uit de Zestiende Eeuw (1932)
- Daarnaast leverde hij bijdragen aan tijdschriften zoals Noord en Zuid, Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Nederlandse Spectator, Weekblad De Amsterdammer en Het Belfort.
Bronnen en referenties: |