Geschiedenis van de Nederlandse cinema
Van Wikipedia
De Nederlandse cinema staat te boek als een kleine industrie waarvan ongeveer 20 films per jaar wordt uitgebracht, in vergelijking tot landen als Amerika, Engeland en Frankrijk een schijntje. Maar internationaal doet de Nederlandse Cinema het goed met documentaires en bracht regisseurs voort als Joris Ivens, Bert Haanstra, Paul Verhoeven en Jan de Bont. Driemaal werd er een Oscar in ontvangst genomen voor de beste buitenlandse film De Aanslag (1986), Antonia (1996) en Karakter (1997).
Inhoud |
[bewerk] 1910 - 1930
Voor 1910 werden er al filmpjes gemaakt maar die waren meestal na een paar minuten gedraaid, zoals De Brandweer film uit 1895 en De Jongen met de Bal uit 1904. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het neutrale Nederland nieuwsgierig naar de belevenissen aan het front. En zo werden er in rijdende cinemawagens filmpjes vertoond van de strijdende landen. Al gauw begon men films te maken om de bevolking te entertainen. Het in Haarlem gevestigde productiebedrijf (het in die tijd geheten) Filmfabriek Hollandia was hofleverancier voor de meeste films tussen 1915 en 1930 met regiseur Maurits Binger meestal aan het roer, en Louis Crispijn sr als zijn voornaamste concurent als regisseur. De films duurde meestal tussen de 30 en 70 minuten, succesfilms waren onder andere De Levende Ladder, Ontmaskerd, Het Geheim van Delft, Een Carmen van het Noorden en Helleveeg met bekende acteurs in die tijd als Mien van Twist, Lily Bouwmeester en Jan van Dommelen. De grootste diva uit die tijd was toch wel Annie Bos, die in haar hele oevre nog nooit te horen is geweest maar altijd in een stille film verscheen.
[bewerk] 1935 - 1949
In de 30er jaren kwam er de geluidsfilm, waarin de film Zeemansvrouwen uit 1930 al in werd geëxperimenteerd. Na in kleine terugslag in de cinema, kwam men tussen 1935 en 1940 weer terug naar de bios en werden er toch maar liefst 37 films gemaakt tijdens die periode. Op regiegebied was er maar weinig kennis van dat vak, en men greep naar buitenlandse regisseurs als Walter Smith en de uit Duitsland gevluchte Douglas Sirk die in Nederland Boefje maakte. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er beduidend minder films gemaakt wegens de bezetting, de films die wel werden gemaakt die kwamen vaak maar half af. Drie Weken Huisknecht is de enige bekende film die is afgemaakt. Nederlander Joris Ivens werd geroemd om zijn documantaires uit de 30er en 40er jaren.
[bewerk] 1950 - 1969
Pas in 1957 werd het 'Nederlands fonds voor de film opgericht. In die jaren bestaan de meeste films uit documentaires en amateurfilms, in 1958 komt de film Fanfare uit van Bert Haanstra, die het goed doet bij het publiek, maar geen blijvend succes betekent. Fons Rademakers begint als eerste zich serieus en structureel met fictiefilms bezig te houden. Zijn eerste film (Dorp aan de rivier, naar het boek van Antoon Coolen), is een succes en wordt genomineerd voor een Gouden Beer op het Filmfestival Berlijn en een Oscar. Het is de start van een wat meer serieuze filmindustrie in Nederland.
[bewerk] 1970 - 1979
Begin jaren 70 krijgt de Nederlandse film een opleving; de films worden in kleur uitgebracht en het zijn vooral met erotische getinte verhaallijnen die de mensen naar de bioscoop trekken. Films als Blue Movie en Turks Fruit worden een groot succes. Vooral regisseur Paul Verhoeven plukt de vruchten hier van, met films Wat Zien Ik?, Keetje Tippel en Turks Fruit. Met een groot budget maakt hij Soldaat van Oranje, wat de basis legt voor zijn latere vertrek naar Hollywood. De belangrijkste Nederlandse producenten zijn Matthijs van Heijningen en Rob Houwer en naast Verhoeven zijn ook Nederlandse regisseurs als Nouchka van Brakel, Pim de la Parra, Wim Verstappen, Fons Rademakers en Frans Weisz succesvol.
[bewerk] 1980 - 1989
Regisseurs als Ate de Jong, Ruud van Hemert, Alex van Warmerdam en Dick Maas voegen zich bij de bestaande garde met succesvolle films. Spetters, Een vlucht regenwulpen, De Vierde Man, De Lift, Ciske de rat,Abel en het met een Oscar bekroonde De Aanslag (van Rademakers) zijn een greep uit het canon van films waar het Nederlandse publiek voor warm loopt. Spoorloos van George Sluizer schopt het tot internationale cultfilm. Pim de la Parra begint met het maken van Minimal movies; een manier om snel en goedkoop films te maken. De films zijn geen succes, maar de beweging betekent wel een soort leerschool voor filmmakers als Paul Ruven, Erik de Bruyn en Alejandro Agresti.
[bewerk] 1990 - 1999
In de jaren 90 raakt de Nederlandse film in het slop. Flops als Advocaat van de Hanen, Vals licht, De Zeemeerman en Intensive Care maken duidelijk dat de liefde tussen de Nederlandse filmmakers en het publiek bekoeld is. Het dieptepunt wordt bereikt in 1994, wanneer het Nederlandse aandeel van de totaalomzet van de bioscopen slechts 1% is en de meest succesvolle Nederlandse film maar 30.000 bezoekers trekt. Veel producenten wijken uit naar het buitenland om medefinanciers te zoeken. Het beste voorbeeld hier van is De Vliegende Hollander van Jos Stelling, die mede gefinancierd werd door een Italiaans en Belgisch bedrijf. Deze peperdure nederlandse film flopt gigantisch en ook de pers loopt niet warm voor de film. Er begint een nieuwe generatie filmmakers op te staan. Aangevoerd door Robert Jan Westdijk, Eddy Terstall, Martin Koolhoven en Lodewijk Crijns worden er frisse nieuwe films als Zusje, Hufters & Hofdames, Suzy Q en Lap rouge gemaakt, die nog niet allemaal het grote publiek weten te bereiken, maar wel de lof krijgen van de critici in binnen- en buitenland. Eind jaren 90 komt het publiek weer terug naar de bioscoop, door middel van het verfilmen van kinderboeken als Abeltje en Kruimeltje, wat een nieuwe traditie start. In 1999 komt de Telefilm tot stand, het bijzondere er van is dat de films gefinancierd worden door het Cobo fonds, televisieomroepen en de productiebedrijven. De films beleven meestal hun première op televisie, maar soms krijgt het ook een kans in de bioscoop.
[bewerk] 2000 - heden
In het nieuwe millennium blijft men de nieuwe ingeslagen weg volgen van het maken van kinderfilms als Minoes, Pipo de Clown en Pluk van de Petteflat. Pas met Costa! wordt in 2001 bewezen dat ook andere Nederlandse films dan kinderfilms weer succes behaald kan worden. Er volgen een aantal vergelijkbare films, zoals Volle maan, Liever verliefd en Snowfever, die net als Costa! drijven op het gebruik van sterren die bekend zijn uit soaps. Als de laatsgenoemde flopt blijkt deze formule weer uitgewerkt. De volgende trend is de multicultikomedie, zoals Shouf Shouf Habibi!, Het Schnitzelparadijs en n'Beetje Verliefd, die het goed doen bij een breed publiek. In 2006 krijgt de Nederhorror een nieuwe impuls met films als Doodeind en Slachtnacht. Ook blijven boekverfilmingen populair bij Nederlandse filmmmakers. Voorbeelden hiervan zijn De passievrucht van Karel Glastra van Loon (, Ik omhels je met 1000 armen van Ronald Giphart, Het Woeden der gehele Wereld van Maarten t'Hart en Verborgen Gebreken (film) van Renate Dorresteijn. (Overigens vallen de bezoekcijfers van al deze vier films tegen.)
De oude generatie filmmakers, zoals Nouchka van Brakel, Pim de la Parra Erik van Zuylen, George Sluizer en Frans Weisz lijkt definitief vervangen te zijn door de nieuwe generatie, waaronder Robert Jan Westdijk, Nanouk Leopold, Martin Koolhoven, Eddy Terstall en Pieter Kuijpers. Over deze wisseling van de wacht en de opkomst van een nieuwe generatie filmmakers gaat het boek De Broertjes van Zusje. Ook de producenten Rob Houwer en Matthijs van Heijningen zijn niet langer toonaangevend. Hun positie is overgenomen door producenten als Johan Nijenhuis, San Fu Maltha en Leontine Petit.
Het aantal bezoekers van Nederlandse films binnen het totale bioscoopbezoek steeg tussen 1994 en 2005 van 1 procent naar 13,6 procent.
In 2006 zijn de verwachtingen hooggespannen als oudgediende Paul Verhoeven zijn eerste Nederlandse film in ruim twintig jaar presenteert. Zwartboek is een doorslaand succes. De film gaat in premiere in de competitie van het Filmfestival Venetië en wordt positief ontvangen door het merendeel van de buitenlandse pers. Net als in zijn eerste periode in Nederland reageert de Nederlandse pers lauwtjes op de film van Verhoeven, maar loopt het storm in de bioscopen. Zwartboek is de eerste Nederlandse film in jaren die een miljoen bezoekers trekt.
[bewerk] Bekende regisseurs
- Maurits Binger
- Paul Verhoeven
- Fons Rademakers
- Bert Haanstra
- Marleen Gorris
- Jan de Bont
- Dick Maas
- Jean van de Velde
- Ruud van Hemert
- Theo van Gogh
- Maria Peters
- Johan Nijenhuis
- Pieter Kuijpers
- Martin Koolhoven
- Joris Ivens
[bewerk] 20 best bezochte films aller tijden
[bewerk] Zie ook
Bronnen en referenties: |