Hans Lodeizen
Van Wikipedia
Hans Lodeizen (Naarden, 20 juli 1924 - Lausanne, 26 juli 1950) was een Nederlands dichter. Hij was de auteur van slechts één bundel en nagelaten werk.
Johannes August Frederik Lodeizen studeerde korte tijd rechten in Leiden, maar ging over op biologie en liep college te Amherst, Massachusetts in de VS. Daar trof hij de dichter James Merrill en andere jonge talenten. Lodeizen leed echter aan leukemie en keerde voortijdig terug naar Europa, om de laatste maanden van zijn leven te verblijven in een Zwitsers sanatorium.
Tijdens zijn leven verscheen er van hem slechts één bundel, Het innerlijk behang (1949). Deze kenmerkt zich volgens criticus Rein Bloem "door een romantisch verlangen en de ontoereikendheid ervan. Het besef van 'deze wereld is niet de echte' doet wel een greep naar werelden van de droom, maar bereikbaar blijken deze niet. Deze melancholie heeft Lodeizen in een beperkt aantal motieven (tuin, haven, zee) uitgewerkt in een vrije versvorm, qua beeldspraak verwant met de vroege surrealistische poëzie van Paul Éluard."
De associaties van Lodeizen noemt Bloem voor de Nederlandse poëzie omstreeks 1950 verrassend nieuw, al vindt hij het te ver gaan om in hem een voorloper te zien van de Vijftigers (de experimentele dichters als Lucebert). Lodeizens poëzie was te veel een dagboek, een verslag van een ontoereikend bestaan (mede door zijn homoseksualiteit), dat volgens Bloem ook later zijn zeggingskracht en ontroering volledig behouden blijkt te hebben. Postuum werd hem in 1951 de Jan Campertprijs toegekend.
[bewerk] Bibliografie
- Gedichten (1952), samengesteld door J.C. Bloem, Jan Greshoff en Adriaan Morriën
- Nagelaten werk (1969).
[bewerk] Literatuur
- Paul Rodenko, Over H.L. (1954);
- H. Brems, in De brekende sleutel (1972);
- F.C. de Rover, Over Het innerlijk behang van H.L. (1978);
- Idem, `H.L.', in Kritisch lexicon van de Nederlandstalige lit. na 1945 (1980);
- Bzzlletin 90 (nov. 1981), spec. L.-nummer.