Hatespeech
Van Wikipedia
Hate speech (uit het Engels: haatdragend taalgebruik) is smalend taalgebruik dat een persoon of groep aanvalt op grond van godsdienst of seksuele oriëntatie, of een uiting van xenofobie, racisme en rassendiscriminatie. Hate speech roept op tot geweld en discriminatie en wordt uitgesloten van bescherming door het recht op vrijheid van meningsuiting.
Vooralsnog bestaat er in het Nederlands geen rechtsgeldig, enkelvoudig synoniem voor. In de context van vrije menigsuiting geeft dit soms begripsverwarring tussen bedoelde (smalende, minachtende) beledigingen en onbedoelde beledigingen die het gevolg zijn van vrije en oprechte meningsvorming. Wel zijn er wetten in het Wetboek van Strafrecht gedefinieerd die gericht zijn tegen belediging, aanzetten tot haat en smalende godslastering:
Art. 137c: Maatregelen tegen het in het openbaar beledigen van een groep mensen of persoon wegens hun ras, godsdienst of levensovertuiging, geslacht of geaardheid.
Art. 137d: Maatregelen betreffende het in het openbaar aanzetten tot haat tegen een persoon of een groep van mensen wegens hun ras, godsdienst of levensovertuiging, geslacht of geaardheid.
Art. 147-147a: Maatregelen tegen smalende godslastering: zich kwetsend uitlaten over zaken die iemands godsdienstige gevoelens raken.
[bewerk] Belediging
Naar aanleiding van recente internationale reacties op Islam-kritiek en de moord op Theo van Gogh wegens vermeende beledigingen, ontbrandde er in Nederland een discussie over het zogenaamde recht op beledigen. Mag de vrijheid van meningsuiting worden ingeperkt - en de strafrechtelijke definitie van smalend taalgebruik worden uitgebreid - voor beledigingen, die niet als doel hebben beledigend te zijn maar dat bijvoorbeeld door lange tenen toch zijn? Belediging wegens een feit kan hatespeech opleveren, belediging gezien een omstandigheid echter vooralsnog niet. Tijdens een toespraak in Berlijn[1] verdedigde Ayaan Hirsi Ali dit recht met als argument dat zelfcensuur grote gevolgen kan hebben voor het democratisch bestel. Als antwoord hierop ontkende koningin Beatrix in de kersttoespraak van 2006 voor het Nederlandse volk dit recht, aangezien de vrijheid van meningsuiting volgens haar niet alleen door de wet wordt beperkt, maar ook door normen van moraal en beschaving. Vooralsnog lijkt de kwestie geen strafrechtelijke toepassing te kunnen vinden.
[bewerk] Externe links
- Pak haatpropaganda harder aan (persbericht Ministerie van Justitie)
- Het rapport Godslastering, discriminerende uitingen wegens godsdienst en haatuitingen. Een inventariserende studie, gemaakt door de Radbout Universiteit in opdracht van het Ministerie van Justitie