Hoelbeek
Van Wikipedia
Hoelbeek is een plaats en deelgemeente van de gemeente Bilzen in het zuiden (Haspengouw) van de Belgische provincie Limburg (arrondissement Tongeren). Tot 1977 was Hoelbeek een zelfstandige gemeente, daarna werd het gefusioneerd met de stad Bilzen. Hoelbeek telde in 1977, bij de opneming in de gemeente Bilzen, 422 inwoners. Het is de nu kleinste deelgemeente van Bilzen.
De bodem bestaat uit zand en leem en is voor ongeveer 30% bebost. Verder is er ook nog akkerbouw en grasland. Het dorp is lange tijd een landbouwersdorp gebleven.
[bewerk] Evolutie van het bevolkingsaantal
- 1866 : 284 inwoners
- 1930 : 320 inwoners
- 1970 : 456 inwoners
- 1977 : 422 inwoners
Hoelbeek werd voor het eerst vermeld in 1372 onder de naam Holebeke waarbij het woord hole staat voor hol of gat.
[bewerk] Bezienswaardigheden
- De ruïne van Jonckholt : een ruïne van een versterkte burcht die in de 14e eeuw werd opgericht op funderingen van een 11e eeuwse strategische nederzetting. De burchtmuren zijn tot ongeveer een meter hoogte terug opgebouwd. Opmerkelijk is de aarden omwalling met dubbele slotgracht. Deze omwalling werd aangelegd bij de opkomst van het buskruit. Het geschut kon op die manier niet rechtstreeks de één meter dikkke stenen wal treffen. De ingangspoort werd dwars op de aarden wal aangebracht. In de aarden wal maakte men vier ronde torens waarin men de verdedigingslinie met geschut plaatste. Dit is nu nogsteeds duidelijk zichtbaar.
- De Sint-Adrianuskerk
- Hoelbeek is een belangrijk knooppunt op het Limburgs fietsroutenetwerk, de fietstoerist kan er even tot rust komen in ontmoetingscentrum 't Jonckholt naast de Sint-Adrianuskerk.
- In de onmiddellijke omgeving, op het grondgebied van de gemeente Waltwilder, ligt het prachtige kasteel Groenendaal verborgen in de bossen. Het kasteel was vroeger via een dreef verbonden met de burchtruïne van Jonckholt.
Op het gehucht ' het Heyken ' vinden we de kapel van de weerstand tegen de Duitse bezetter uit 1944-45, in deze bossen verschuilden de weerstanders uit WO II zich tijdens de oorlogsjaren.