Inwendige ballistiek
Van Wikipedia
De inwendige ballistiek is een onderdeel van de ballistiek waarin de verschijnselen bestudeerd worden die zich in een vuurmond afspelen tussen het ogenblik waarop de voortstuwlading wordt ontstoken en het tijdstip waarop het projectiel het mondingsvlak (= het einde van de loop) van het wapen verlaat.
De inwendige ballistiek wordt gebruikt voor de oplossing van de twee volgende belangrijke 'vraagstukken':
- Het directe vraagstuk: bepaling van de drukken (in het bijzonder de maximale druk) van de verbrandingsgassen in de loop en de grootte van de vertreksnelheid van het projectiel, voor een welbepaald wapen, projectiel en propulsieve lading.
- Het indirecte vraagstuk: voor een welbepaald wapen en projectiel, de bepaling van de geschikte propulsieve lading voor het bekomen van een welbepaalde vertreksnelheid van het projectiel rekening houdend met een aantal praktische beperkingen (de maximale druk mag het elastisch vermogen van de loop niet overschrijden, het projectiel moet kunnen weerstaan aan de maximale versnelling die wordt opgelegd tijdens het traject in de loop, de terugloop van het wapen moet kunnen opgevangen worden door de elastische verbinding, ...).
Alle vuurmonden die vandaag de dag operationeel zijn, maken gebruik van vaste kruitsoorten voor de voortstuwing van het projectiel in de loop. Tegenwoordig bestaan er ook prototypes die beroep doen op vloeibaar propergol. De elektromagnetische en elektrothermische kanonnen horen nog thuis in laboratoria.