Jassen
Van Wikipedia
Jassen is een in België veel gespeeld kaartspel voor 4 personen. Het kan echter ook met slechts 3 personen (een 'dreiboom') gespeeld worden maar dit is niet gebruikelijk. Van de naam jassen zijn ook de namen klaverjassen en schutjassen afgeleid hoewel deze niets met dit spel te maken hebben. Iemand die jast wordt in het algemeen een jasser genoemd.
Inhoud |
[bewerk] Spelregels
Iedere speler krijgt 13 kaarten (indien men slechts met 3 speelt worden alle harten uit het spel verwijderd). Er wordt als volgt gedeeld: 2-4-3-3-1 (om historische redenen). De deler komt als eerste een kaart uit. Hij legt deze zichtbaar op tafel. Vervolgens spelen alle andere spelers 1 per 1 tegen de richting van de klok in een kaart met de beeldzijde naar beneden, en dus niet zichtbaar voor de andere spelers. Wanneer alle spelers gespeeld hebben worden de kaarten omgedraaid. De speler met de 2de hoogste kaart wint de slag. De speler met de laagste kaart is gejast en moet als volgende uitkomen. Wanneer 2 spelers een even hoge kaart hebben wordt de volgorde schoppen-klaveren-ruiten-harten gehandhaafd. vb. Indien 2 spelers een boer gooien (harten boer en ruitenboer) wint de ruitenboer omdat deze kleur eerder in de rij staat. Op het einde van de ronde wint degene met de meeste slagen en moet deze als volgende delen. Proficiat! De speler (of spelers) die verloren is (of zijn) moeten tijdens het volgende spel hun jas aanhouden (toe tot aan de kraag).
[bewerk] Spelregels kleurenjassen
Kleurenjassen heeft praktisch gezien één grote verandering: Indien men kan volgen (dezelfde soort kaarten als de eerste spelen), is men verplicht het te doen. De eerst uitgekomen kleur is dus troef. Wanneer 2 spelers niet kunnen volgen dan wordt als volgt geteld: eerst wordt gekeken naar de kleur van de kaarten, vervolgens naar de hoogte. Bij de kleur wordt opnieuw de volgorde schoppen-klaveren-ruiten-harten gehandhaafd. Omwille van de veel grotere diversiteit van het spel en de vele extra mogelijkheden is kleurenjassen veel meer gespeeld dan klassiek jassen.
[bewerk] Spelregels puntjassen
Puntjassen en kleurpuntjassen zijn minder gespeelde varianten van jassen. Het enige verschil met klassiek jassen is dat op het einde van elke ronde niet het aantal slagen maar het aantal punten geteld. Hierbij wordt als volgt geteld:
- Aas en twee: 10 Punten
- Heer en drie: 7 Punten
- Dame en vier: 5 Punten
- Boer en vijf: 4 Punten
- Tien en Zes: 3 Punten
- Negen en zeven: 2 Punten
- Acht: 1 Punt
Natuurlijk wint de speler met het hoogst aantal punten.
Soms worden ook strafpunten toegekend, wanneer iemand abusievelijk uitkomt. Dit kan vooral handig zijn om beginnende spelers het leven (of toch: spel) zuur te maken.
Men kan ook punten toekennen voor het juist inschatten van het spel, zoals verder staat uitgelegd. Meestal geldt dat men 4 punten toekent voor een tilito, en 1 punt voor een andere inschatting. Dit is om mensen met de hartentwee een extra mogelijkheid te bieden om te scoren.
[bewerk] Spelregels dubbeljassen
[bewerk] Dubbeljassen
Dubbeljassen is jassen voor teams van twee personen. Dit wordt altijd met vier personen gespeeld. De spelers die samen zijn zitten schuin tegenover elkaar. Dus afwisselend een speler van elke ploeg. Hierbij is het toegestaan om de beurt door te geven aan je medespeler. De speler die moest uitkomen zegt dus "ik geef door" en zijn medespeler moet dan uitkomen. Deze mag de beurt dan niet meer teruggeven. Men mag hierover ook niet overleggen. Op het einde van het spel leggen de spelers van 1 team hun slagen samen en worden deze opgeteld.
[bewerk] Dubbelkleurjassen
Dubbelkleurjassen volgt de zelfde regels als dubbeljassen met echter als uitbreiding de regels van kleurjassen.
[bewerk] Dubbelpuntjassen
Dubbelpuntjassen volgt de zelfde regels als dubbeljassen met echter als uitbreiding de regels van puntjassen. Hierbij kan het gebeuren dat een speler die denkt dat zijn ploegmaat de slag gaat halen zijn goede kaarten wegsmijt in de hoop zo extra punten aan zijn maat te kunnen geven.
[bewerk] Dubbelkleurpuntjassen
Dubbelkleurpuntjassen volgt de zelfde regels als dubbelpuntjassen met echter als uitbreiding de regels van kleurjassen.
[bewerk] Spelregels Spaans jassen
Spaans jassen, ook wel Spaans dassen genoemd is een variant op kleurenjassen. Hierbij wordt in feite niet uitgekomen. Degene die zou moeten uitkomen zegt in de plaats een soort (bijvoorbeeld harten). Dan wordt er door alle 4 de spelers een kaart, met de beeldzijde naar onder, op tafel gelegd. Indien ze de soort die gezegd was hebben moeten ze die spelen. Vervolgens wordt bepaald wie de slag heeft volgens de regels van kleurenjassen alsof er de gezegde soort (in dit geval harten) was uitgekomen.
[bewerk] Oorsprong van de namen
Het verhaal doet de ronde dat de benaming Spaans jassen is ontstaan in de 16de eeuw toen enkele fervente jassers een Spaans koopman leerden jassen. Deze zou dan de nieuwe variant verzonnen hebben. De benaming Spaans dassen is veel later ontstaan, eind van de 20ste eeuw toen enkele mensen deze variant met een das in de plaats van een jas begonnen te spelen.
[bewerk] Frans jassen
'Frans' jassen is net als kleurenjassen een variant op gewoon jassen. Hierbij moet diegene die de slag binnenhaalde uitkomen. Frans jassen is echter taboe geworden in jasaangelegenheden sinds het Warschau-incident, waar toenmalig Nederlandse dubbeljas-kampioenen Arno Kuijlaars en Bernard Jacobus gediskwalificeerd werden wegens praten, hoewel de regels (die gelden bij internationale wedstrijden) duidelijk niet werden overtreden. Achteraf bleek dat de scheidsrechter geen Nederlands kon en dat deze nog volgens verouderde spelregels werkte, en de Nederlandse ploeg hiervan niet op de hoogte was gebracht. Het enige wat gezegd werd was namelijk wie er moest uitkomen (hetgeen door Arno, die de slag haalde, niet geweten was). De laatstgenoemde dacht namelijk dat Henk Oliver (samen met Rudolf Wëssler een van de andere finalisten, het Duitse team), die de laagste kaart gesmeten had, moest uitkomen.
[bewerk] Complexiteit van het spel
Omwille van de vrij unieke regel dat de speler met de tweede hoogste kaart de slag wint, heeft het spel een zekere complexiteit. De speler die uitkomt moet immers rekening houden met het feit dat indien hij of zij een lage kaart speelt, hij door de andere spelers tegengewerkt kan worden, namelijk wanneer zij allemaal hoger gaan. In dat geval is diegene die uitkomt gejast en blijft hij dus in een netelige positie zitten. Indien hij echter een te hoge kaart uitkomt, spelen de andere spelers er onder zodat hij geen slag binnenhaalt. De jas wordt dan echter doorgegeven naar een andere, minder fortuinlijke speler. Meestal wordt er dus met een 'middelmatige' kaart uitgekomen (6-10). De meest gebruikte tactiek is dan om net boven of onder de gespeelde kaart af te leggen, in de hoop dat de andere twee spelers in je voordeel afleggen. Een 2 en een 1 (de aas dus) kunnen slechts in zeldzame gevallen een slag winnen (aangezien ze zulke extreme waarden zijn). Hiervoor zijn andere spelers die de kleur niet kunnen volgen noodzakelijk.
De factor geluk speelt zeker een grote rol in dit spel, maar net als bij bijvoorbeeld poker is echter ook heel belangrijk om spelinzicht (d.w.z. de tactiek van andere spelers goed kunnen inschatten) te hebben.
[bewerk] Strategieën en terminologie
[bewerk] Blankjassen
Blankjassen, ook wel witjassen genoemd, is een populaire strategie bij het jassen. Deze bestaat eruit om heel veel aan slag te geraken (dus vaak de laagste kaart te gooien) en bij het uitkomen een extreem hoge of lage kaart neer te leggen. Als dusdanig raakt de blankjasser snel al zijn slechte kaarten kwijt.
[bewerk] Doel
Het doel van blankjassen is zo snel mogelijk al zijn slechte kaarten kwijt raken en op het einde alle slagen te halen met de overgebleven goede kaarten. Goede kaarten zijn over het algemeen kaarten tussen 5 en zot (boer). Door sommige mensen worden hoge schoppen ook als goede kaarten gezien omdat met deze ook de slag gehaald kan worden indien niemand meer kan volgen.
[bewerk] Risico's
Blankjassen is heel riskant. Enkele van de vele risico's zijn:
- Doordat verscheidene mensen hun hoge kaarten wegspelen kunnen jouw goede kaarten dan weer de hoogste worden die in het spel zijn, waardoor je er toch geen slagen mee haalt.
- Indien je je een beetje misrekent kan je gemakkelijk gejast zijn, doordat je in het begin geen slagen haalt en op het einde misschien de mogelijkheid niet meer hebt.
- De tegenspelers kunnen vrij gemakkelijk zien dat je aan het blankjassen bent.
- ...
[bewerk] Overjassen
Wanneer bij het jassen verschillende spelers plots (weliswaar zonder overleg) tegen 1 speler beginnen te spelen om deze alsdusdanig onder de tafel te spelen wordt dit in het algemeen overjassen genoemd. Spelers die hieraan meedoen maken zich over het algemeen enorm impopulair. In 1973 is er met overjassen een incident geweest op een WK, echter de jasfederatie heeft de wedstrijd geldig verklaard. De term overjassen is ontleend aan het wiezen, waar het mogelijk is om een overslag te halen. Een overslag is daar een slag die je meer haalt dan je moest halen. Het is dus mogelijk meerdere overslagen te halen. Deze leveren dan extra punten op. Bij het puntjassen is er ook een dergelijke regel: indien een speler meer dan 2 spelletjes op rij wint tellen de volgende (vanaf het derde dus) dubbel mee.
[bewerk] Wisseljassen
Wisseljassen is een strategie die vaak gebruikt wordt bij het dubbelkleurjassen, wanneer 3 spelers geen kaarten van een bepaalde soort meer hebben, en de teammaat van de vierde speler hoge schoppen heeft, proberen de spelers van dit team de slag te halen, vervolgens wordt deze eventueel doorgegeven aan de speler die als enige de desbetreffende soort heeft. Deze moet dan de soort uitkomen die de andere spelers niet hebben waarop zijn ploegmaat de slag haalt met zijn hoge schoppen. Dit wordt meermaals herhaald en zo kan deze ploeg veel slagen binnenhalen.
[bewerk] Goede kaarten?
Normaal gesproken mag men van goede jaskaarten spreken bij kaarten tussen de 8 en de boer. 8 is wel een slechte kaart omdat deze slechts 1 punt oplevert bij puntjassen.
[bewerk] Gejast zijn
Wanneer men de laagste kaart heeft en dus moet uitkomen, is men gejast. Wanneer men een spel verliest, is men eveneens gejast. In dit geval moet men tijdens het volledige volgende spel zijn jas (dicht tot aan de kraag) aanhouden. Het spreekt voor zich dat dit in de zomer wel een zware straf is. Deze term is na vele jaren echter verspreid geraakt en wordt nu algemeen veel gebruikt buiten jassen. Hij wordt gebruikt wanneer iemand pech heeft of iets doms gedaan heeft, bijvoorbeeld "hij is zijn taak wiskunde thuis vergeten, hij is nu wel echt gejast."
[bewerk] Kloppen & Tilito
Bij ervaren jassers is het de gewoonte om in de plaats van te spreken, hetgeen verboden is, net als bij vele andere kaartspelen, op tafel te kloppen. Hier zijn echter wel enkele codes die je moet kennen:
- Met de knokkels van de gebolde rechterhand op tafel slaan (meestal twee of drie keer) betekent dat je goede kaarten hebt en de slag denkt te halen. Dit mag je enkel doen nadat je gespeeld hebt. Een variant hiervan is op de kaart van een andere speler slaan, als je meent te weten dat deze de slag zal binnenhalen. Aangezien je daarmee de andere spelers (die eventueel nog moeten spelen) tipt dat deze speler goede kaarten zou moeten hebben (omdat jij bijvoorbeeld kaarten telt), is dit echter verboden in competitieverband.
- Wanneer een speler meent gejast te zullen zijn aan het eind van de beurt, kan hij 'tilito' roepen. Bij puntjassen krijg je daarvoor soms een extra punt. In competitieverband is dit ook niet toegestaan
- Hetzelfde doen maar met je hand ondersteboven (handpalm naar boven) betekent dat je je fout toegeeft (bijvoorbeeld omdat je gezegd had dat je de slag ging halen maar hier uiteindelijk toch niet in slaagde).
- Met de vlakke hand op tafel slaan betekent dat je respect hebt voor de manier waarop iemand speelt (je hebt respect voor degene waarnaar je uitgestrekte vingers wijzen).
- Wanneer iemand een slag haalt, klopt deze gewoonlijk met de rand van de kaarten op tafel. Hierbij houdt hij de beeldzijde naar degene die de volgende keer moet uitkomen. Als dusdanig is het voor iedereen duidelijk wie de vorige slag de laagste kaart had gespeeld. Dit wordt niet altijd gedaan maar sinds het Warschau-incident hoort het bij de "code" om dit steeds te doen. Het wordt als uiterst onsportief beschouwd indien iemand dit niet doet.
In competitie zijn deze tekens echter verboden.
[bewerk] Etymologische invloeden
Volgens sommige etymologen zou de uitdrukking 'gejost zijn' (oorspronkelijk Antwerps) een verbastering zijn van 'gejast zijn'. Ondertussen heeft deze laatste aan populariteit moeten inboeten, ten voordele van het 'gejost zijn'.
Volgens het Stoett spreekwoordenboek zou de uitdrukking „een halve stuiver boven Jan,” ontleend aan zijn het kaartspel jassen. De uitdrukking 'een boom opzetten', wat betekent 'gezellig babbelen', is ook afkomstig van Jassen. Een spel met drie personen wordt ook wel een 'dreiboom' genoemd, en vandaar dus 'een boom opzetten', oorspronkelijk een uitspraak die betekende dat men een nieuw spel wil beginnen (met 3 spelers), maar door betekenisverruiming dus nu 'gezellig babbelen'.