Josep Samitier
Van Wikipedia
Josep Samitier i Vilalta, bijnaam El Sami (Barcelona, 2 februari 1902 - Barcelona, 5 mei 1972) was een Spaanse profvoetballer uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Daarna zette hij zijn voetbalcarrière voort als trainer.
Samitier maakte in mei 1919 op 17-jarige leeftijd zijn debuut voor FC Barcelona en de Catalaanse aanvaller won in zijn eerste seizoen direct de Copa del Rey en de Copa Catalunya. In de zomer van 1920 won Samitier met Spanje tevens zilver op de Olympische Spelen van Antwerpen. Samen met Paulino Alcántara en doelman Ricardo Zamora leidde Samitier Barça in de jaren twintig naar vele successen: in 1922, 1925, 1926 en 1928 werd de Copa del Rey veroverd en in 1929 werd Barcelona de eerste landskampioen van Spanje. Na problemen met de clubleiding van Barcelona, vertrok Samitier in 1932 naar aartsrivaal Real Madrid.
In 1936 trainde hij een tijdje Atlético Madrid en met deze club degradeerde hij. Dit ging echter niet door omdat de Spaanse Burgeroorlog uitbrak. De aanvaller werd eveneens gearresteerd door Francisco Franco (niet gerelateerd aan de degradatie). Hij werd echter weer vrijgelaten en vertrok meteen naar OGC Nice om weer te gaan voetballen tot 1939. In 1942 functioneerde hij eveneens als coach.
In 1944 keerde Samitier als trainer terug in Spanje bij FC Barcelona en veroverde in zijn eerste seizoen direct de landstitel. Vervolgens vervulde hij vanaf 1948 de post van technisch directeur en Samitier was verantwoordelijk voor de komst van sterren als Ladislao Kubala en Evaristo naar Barcelona. Daarnaast probeerde Samitier ook Alfredo Di Stéfano te contracteren, maar dit werd door het politieke regime onmogelijk gemaakt waarna de ster bij Real Madrid tekende. Na zijn dood in 1972 groeide Josep Samitier, die 326 goals maakte in 454 duels, uit tot een symbool van barcelonismo.
Voorganger: José Nogués |
Trainer van FC Barcelona 1944-1947 |
Opvolger: Enrique Fernández |