Joseph van Salm-Reifferscheid-Dyck
Van Wikipedia
Joseph Frans Maria Anton Hubert Ignatius (Schloss Dyck, 4 september 1773 – Nice, 21 maart 1861) was altgraaf en vervolgens vorst van Salm-Reifferscheid-Dyck. Hij was tevens botanicus.
[bewerk] Familie
Joseph was de oudste zoon van altgraaf Wilhelm van Salm-Reifferscheid-Dyck en diens echtgenote gravin Auguste van Waldburg zu Zeil en Wurzach. Hij had nog een jongere broer Frans Joseph Augustus en een zusje Walburga Franciska. Na de dood van zijn vader volgde Joseph hem op als altgraaf van Salm-Reifferscheidt-Dyck.
Hij trouwde twee keer. Zijn eerste huwelijk, met gravin Maria Theresia van Hatzfeldt, werd voltrokken in 1792 en ontbonden in 1801. hij hertrouwde in 1803 met dichteres Constance de Théis. Uit beide huwelijk kwamen geen kinderen voort, waardoor Joseph na zijn dood door zijn broer werd opgevolgd als vorst van Salm-Reifferscheidt-Dyck. Het grondgebied Salm-Reifferscheidt-Dyck was al in 1801 gemediatiseerd door Pruisen, toch kreeg Joseph in 1816 de titel Prins van Salm-Reifferscheidt-Dyck in de Pruisische adelstand. Deze titel werd dan ook door zijn broer overgenomen na zijn dood.
[bewerk] Leven
Joseph was een belangrijk figuur in het Franse Keizerrijk en bekleedde hij verschillende militaire functies. Aan het eind van 1809 vestigde hij zich in het Hôtel de Ségur in Parijs (ook wel het Hôtel de Salm-Dyck genoemd), waarvan hij de bovenverdieping liet verbouwen in de Empirestijl en waar Constance een litteraire salon had.
Prins Joseph was altijd erg geïnteresseerd geweest in plantenkunde en was bevriend met de plantenkundigen Antoine Laurent de Jussieu, Pierre-Joseph Redouté en Alexander von Humboldt. Vanaf 1800 liet hij verschillende kassen bouwen bij zijn Schloss Dyck te Jüchen, Rhein-Kreis Neuss, waar hij een van de mooiste verzamelingen van zijn tijd creëerde. Ook publiceerde hij verschillende werken over planten en maakte een bibliotheek met werken over plantenkunde. Ruim na zijn dood overleefde zijn collectie hem, totdat de Eerste Wereldoorlog uitbrak, waardoor de warmtetoevoer werd gestopt en de planten doodgingen.