Karaïben
Van Wikipedia
Geschiedenis van Suriname |
..Naar chronologie
|
..Naar district
|
..Naar onderwerp
|
Er is ook een gelijknamig Zuid-Amerikaans gebied, zie Caraïben.
De Karaïben (soms ook gespeld: Caraïben, Kariben) of Kari’na (soms ook gespeld: Kalihna) vormen een inheems volk, dat woonachtig is in de Zuid-Amerikaanse kuststreek van Venezuela tot Brazilië, met opmerkelijke concentraties in de benedenlandse gebieden van Suriname en Frans-Guyana. Historisch zijn zij verwant aan de Cariben die de Kleine Antillen bewonen. Tussen de verschillende gemeenschappen bestaan verschillen qua taal en culturele gebruiken.
Inhoud |
[bewerk] Benaming
Kari'na is het woord waarmee de Karaïben zelf de inheemsen aanduiden ter onderscheiding van niet-inheemsen, maar het is tegelijkertijd het algemene woord voor `mens'. Het Kari'na auran (lett.: taal van de Karaïb) is de Karaïbse taal die wordt gesproken in twee varianten: het tyre'wuju auran, het oostelijk dialect, en aretyryponon auran, het westelijk dialect.
[bewerk] Locatie
De Karaïbse dorpen concentreren zich aan de Marowijnerivier, de oostelijke grensrivier met Frans-Guyana, aan beide zijden van de monding, met als voornaamste nederzetting aan Suirinaamse kant Galibi en aan Frans-Guyanese kant Awala-Yalimapo, en voorts zijn er verspreide dorpen in het district Para en in het Wayambo-Coppenamegebied, met als voornaamste dorpen Bigi Poika en Cabendadorp.
[bewerk] Beeldvorming
Vroege studies als die van Arthur Philip en Frederik Paul Penard (1907-1908) en Assid (1946) spraken van de Kari'na als de Zonaanbidders die mensenoffers brachten en wie kannibalisme niet vreemd was. In hoeverre dit laatste vooral deel uitmaakt van een in de vroege 19de eeuw ontstane beeldvorming van buitenaf die de Kari'na als agressief wilde voorstellen, is niet helemaal duidelijk. Onderzoekers sinds de jaren '70 wijzen het idee dat de Karaïben menseneters waren in ieder geval af. De figuur die als verpersoonlijking van de temperamentvolle Kari'na-aard gezien kan worden, is Kenaima. Kenaima is zowel de aanduiding voor het Oordeel, als voor de bloedwraak bij familieveten. In de inheemse mythologie is Kenaima de zoon van een door blanken doodgemartelde hoofdman die zwoor zijn vader te zullen wreken. In de letterkunde verkreeg de Kenaima-wraakgeest ook buiten de inheemse vertelschat verspreiding door het jeugdboek van Thea Doelwijt Kainema de Wreker en de menseneters (1977). De beeldvorming is dus haar eigen weg gevolgd; bloedwraak komt sinds mensenheugenis bij de Kari'na niet meer voor.
[bewerk] Rituelen
Wel maakt de mierenproef nog altijd deel uit van het initiatieritueel van jongeren in dorpen als Bigi Poika (overigens als familiegebeuren, niet als dorpsritueel). Een jongere moet daarbij zonder enig uiterlijk teken van pijn een tijdlang haar handen in een kalebas met mieren houden. Het ritueel te Bigi Poika wordt opmerkelijk, vanuit de wetenschap dat bij de veel geïsoleerder levende Wayana de eputop (het ritueel bij de overgang naar de volwassenheid) niet meer schijnt voor te komen, behalve in Frans-Guyana, waar Surinaamse Wayana aan de rituelen deelnemen.
De pyjai (sjamaan neemt nog altijd een voorname plaats in bij de Karaïben, niettegenstaande het feit dat de meeste Kari'na rooms-katholiek zijn gedoopt. Hij of zij vervult met de kennis van bezweringsmiddelen (tulala) bij de verschillende rituelen van de levenscyclus een belangrijke functie, vooral bij initiatie en overlijden. De theatergroep Epakadono van Nardo Aluman liet het rouwopheffingsritueel dat een jaar na een sterfgeval plaatsvindt in 1989 en 1992 ook zien op de Paramaribose toneelplanken met Puru Blaka ( Sranan, letterlijk: Trek het zwart weg).
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Over de Karaïben
- Jil Silberstein, Kali'na: une famille indienne de Guyane française. Paris: Albin Michel, 2002.
Bronnen en referenties: |
Dit artikel is – met toestemming van de auteur – gebaseerd op informatie uit Michiel van Kempen, Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur (Paramaribo: Okopipi: 2002). |