Klopvastheid
Van Wikipedia
Klopvastheid is een term waarmee een eigenschap van benzine voor verbrandingsmotoren wordt aangeduid. Het slaat op de mate waarin die brandstof in een benzine-luchtmengsel kan worden samengeperst (met de daarbij behorende temperatuursverhoging) zonder tot ontbranding te komen. Deze spontane ontbranding die bij dieselmotoren juist gewenst is voor de goede werking, is bij benzinemotoren schadelijk en dus ongewenst, omdat het onvoorspelbare tijdstip van ontbranding zorgt voor een onregelmatige loop en op den duur voor schade aan de motor.
![]() |
n-heptaan |
![]() |
iso-octaan |
De klopvastheid wordt meestal aangegeven door het octaangetal, vaak verward met de term octaangehalte. Hoe hoger het octaangetal, hoe klopvaster de benzine. Het octaangetal van benzine wordt gemeten door de klopvastheid te vergelijken met een mengsel van het makkelijk ontbrandbare n-heptaan en het moeilijk ontbrandbare iso-octaan (2,2,4-trimethylpentaan). Hierbij geldt per definitie dat de klopvastheid van n-heptaan 0 en die van iso-octaan 100 is. Naar mate het octaangetal hoger is, ontbrandt het gecomprimeerde benzine-luchtmengsel minder gemakkelijk spontaan. Klopvaste benzine laat daardoor een hogere compressie toe zonder spontaan te ontbranden en kan daarmee hogere motorvermogens leveren. Dit is speciaal van belang voor motoren met een turbocompressor.
Er bestaan brandstoffen die klopvaster zijn dan iso-octaan en dus een hoger octaangetal hebben dan 100. LPG bijvoorbeeld heeft een klopvastheid van 108-110.
Om de klopvastheid van benzine te vergroten werd vroeger tetraethyllood (TEL) toegevoegd. Deze zeer giftige chemische verbinding verhoogt het octaangetal zeer sterk, daardoor waren slechts zeer kleine hoeveelheden nodig. Door het immens grote verbruik van benzine vormde TEL echter toch de grootste loodvervuiling van het milieu.
Een tijdje was het moeilijk om een goed alternatief voor TEL te vinden. De stof benzeen die een natuurlijk onderdeel van benzine vormt, heeft een zeer grote klopvastheid en kwam in de periode nadat TEL werd verboden in grotere hoeveelheid in super-benzine voor. Men was echter bang voor de gezondheidsrisico's. Tegenwoordig voegt men methyl-tert-butylether (MTBE) toe aan benzine. Ook deze stof is niet onomstreden, maar wel duidelijk minder gevaarlijk dan benzeen.
In de loop der laatste jaren zijn er steeds meer auto's gekomen die genoegen nemen met normale benzine, die een lagere klopvastheid heeft en minder toevoegingen behoeft.
Aan de meeste benzinestations kan men benzine in 2 smaken vinden, namelijk euro 95 en euro 98. Deze laatste is benzine met een hogere klopvastheid. Men tankt beter geen euro 95 in auto's die euro 98 nodig hebben, omdat de verbranding in de cilinders eerder zal plaatsvinden en de auto zal gaan pingelen, zodat er beschadiging kan optreden. Omgekeerd mag wel. De meeste moderne injectiesystemen van auto's zijn uitgevoerd met klop- of pingelherkenning. Zodra er gebruik wordt gemaakt van een brandstof met een lager octaangetal zal er een verlating van het ontstekingstijdstip plaatsvinden. Deze ingreep gaat echter wel gepaard met een vermindering van het vermogen.