Knikbloem
Van Wikipedia
Knikbloem | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() Knikbloem |
|||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Chondrilla juncea |
|||||||||||||||||||
![]() Knikbloem |
De knikbloem (Chondrilla juncea) is een vaste plant, die behoort tot de Composietenfamilie en staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als zeer zeldzaam en zeer sterk afgenomen. De plant komt van nature voor in Eurazië en is o.a. in Brits-Columbia en Australië een schadelijk onkruid.
De plant heeft een tot 2,5 m lange penwortel, wordt 60 tot 120 cm hoog en heeft een vertakte en bebladerde stengel. De rozetbladeren zijn veerspletig en de bovenste stengelbladeren zijn tot 10 cm lang, lijnvormig en omvatten de stengel niet. Op de onderkant van de stengel zitten stijve naar beneden gerichte roodbruine haren. Bij de vorming van de bloemstengel verdorren de rozetbladeren.
De knikbloem bloeit in juli en augustus met kleine hoofdjes. De bloeiwijze is een pluim met 7 tot 15 hoofdjes. De bloempjes zijn lichtgeel van kleur. Op de bodem van het bloemhoofdje zitten geen stroschubben. De pappus bestaat uit vele haren.
De vrucht is een nootje met een snavel. De kraag van de snavel heeft 5 tot 6 korte, spitse schubben.
De plant komt tussen het gras voor op droge, zandige grond.
[bewerk] Buitenlandse namen
- Duits: Binsen-Knorpellattich, Großer Knorpellattich
- Engels: Rush Skeletonweed, Hogbite
- Frans: Chondrille, Chondrille effilée, Chondrille à tige de jonc, Salade à bûches