Koerspatronen
Van Wikipedia
Koerspatronen zijn in de Technische analyse een hulpmiddel om trendwijzigingen in beurskoersen te ontdekken en voorspellen.
Technische analyse is op basis van historische koersgegevens het toekomstig koersverloop voorspellen. Bij Technische Analyse wordt er vanuit gegaan dat koersen in trends bewegen en dat de geschiedenis zich herhaalt. Omdat iedere trend uiteindelijk eindigt is het handig om te weten welke kant de volgende trend op gaat. Er bestaan een aantal koerspatronenen die het einde van de huidige trend aangeven en het begin van de volgende trend inleiden. Er zijn twee sub catogorieen te onderscheiden nl. Omkeerpatronen en Continueringspatronen. Voor het ontdekken en herkennen van koerspatronen is een koersgrafiek onmisbaar.
Inhoud |
[bewerk] Omkeerpatronen
Omkeerpatronen geven aan dat de huidige trend ten einde loopt en dat de koers hoogst waarschijnlijk de andere kant op zal gaan. De omkeerpatronen zijn:
- Dubbele top / bodem
- Driedubbele top / bodem
- Hoofd-en-schouderpatroon
[bewerk] Dubbele top / bodem
Een dubbele top of bode wordt gezien als een omkeerpatroon. Wanneer we over een top spreken bereikt de koers een hoogtepunt (1), vervolgens zakt de koers even weg en zet een tijdelijke bodem neer (2) Hierna probeert de koers weer verder te stijgen naar een nieuw hoogtepunt maar komt niet verder dan de vorige top (3). Een dubbele top is dan neergezet. Het omkeerpatroon wordt pas voltooid wanneer de koers verder zakt dan de voorgaande bodem (2) en dus bij (4) door de bodem heen zakt. In een omgekeerde situatie spreekt men over een dubbele bodem.
[bewerk] Driedubbele top / bodem
Is precies hetzelfde als een dubbele top of bodem alleen ontstaat er in de grafiek een extra top en een extra tijdelijke bodem.
[bewerk] Hoofd-en-schouderpatroon
Het hoofd-en-schouderpatroon lijkt op een drie dubbele top/bodem, alleen heeft de middelste top/bodem een hoger/lager niveau dan de overige twee toppen/bodems.
Een hoofd-en-schouderpatroon ziet er in theorie als volgt uit:
Verder zou volgens de theorie het volume bij het neerzetten van de eerste schouder relatief hoger moeten zijn. Bij het neerzetten van de kop moet het volume iets lager zijn, en bij schouder twee moet het volume weer lager zijn dan bij de kop, dus het loopt iets af. Bij het doorbreken van de neklijn moet het volume zijn hoogste punt bereiken.
Afbeelding van omgekeerd hoofd-en-schouderpatroon: