Kurk (in wijn)
Van Wikipedia
Kurk is de meest voorkomende fout die in wijn kan zitten. Meestal veroorzaakt door besmetting met een schimmel of bacterie, die 2,4,6-Trichlooranisol (TCA) vormt, wat de smaak van de wijn bederft. De wijn krijgt een geur als een vochtige kelder en smaakt erg slecht. De schattingen van het percentage wijnflessen met kurk loopt uiteen van 1% tot 15%.
Als er kurk in het glas drijft dan betekent dat niet dat er 'kurk' in de wijn zit zoals veelal ten onrechte wordt gedacht. Dit is meestal het gevolg van een droge kurk of een slecht geopende fles en heeft geen invloed op de smaak. Een beetje schimmel aan de bovenkant van de kurk is ook niets om u zorgen over te maken.
De natuurkurk wordt veelal gezien als de boosdoener voor het probleem 'kurk' in wijn. Dit heeft veel wijnmakers zelfs ertoe gebracht om meer kurken te gebruiken van kunststof, geperste kurk of zelfs schroefdoppen. Wat vaak vergeten wordt, is dat de problemen met wijn veel meer oorzaken kan hebben dan alleen maar de natuurkurk. Oxidatie, zwavel dioxyde, een reducerende geur, vluchtige zuurheid, 2,4,6-TCA en microbiologisch bederf. Van al deze problemen kan de consument zeggen: deze wijn heeft 'kurk'. Zo kunnen er flessen retour gegaan naar de producent, gebotteld onder een schroefdop, met kurksmaak! Dit terwijl er geen kurk aan te pas is gekomen. Dit heeft alles te maken met een verkeerde methode van schoonmaken in de wijnbottelarij zelf. Het is gebleken dat de chlooroplossingen die gebruikt worden om kurken te steriliseren vaak de boosdoener zijn. De productie van TCA kan hierdoor worden gestimuleerd. Vroeger kreeg de natuurkurk direct de schuld, nu gelukkig niet meer. Gaschromatografen kunnen tot in detail weergeven, waar een probleem in de wijn vandaan komt. Het fenomeen kurk is dalende, er worden steeds minder kurkklachten ontdekt. Dat heeft te maken met de betere en hygienischere productiemethoden in de kurkbranche.